Na klar! 3 VMBO-GT B - Freiburg - Lektion 3 Sprich mal - Redemittel
Woorden in deze lijst (13)
Origineel
- Goedendag! Wat mag het zijn?
- Guten Tag! Was darf es sein?
- Goedendag! Wat kosten de sinaasappels?
- Guten Tag! Wie viel kosten die Orangen?
- De sinaasappels kosten een euro veertig per kilo.
- Die Orangen kosten einen Euro vierzig das Kilo.
- Dan zou ik graag twee kilo hebben.
- Dann hätte ich gern zwei Kilo.
- Twee kilo graag.
- Zwei Kilo bitte.
- Anders nog iets?
- Sonst noch etwas?
- Ja, ik zou graag nog twee bakjes aardbeien willen.
- Ja, ich möchte noch zwei Schalen Erdbeeren.
- Nee bedankt. Dat is alles.
- Nein danke. Das ist alles.
- Dat is dan bij elkaar zes euro twintig.
- Das macht dann zusammen sechs Euro zwanzig.
- Wat moet ik nog kopen?
- Was soll ich noch einkaufen?
- Koop bij de bakker vijf broodjes en een volkorenbrood.
- Kauf beim Bäcker fünf Brötchen und ein Vollkornbrot.
- Haal op de markt een pond pruimen en tien mandarijnen.
- Hol auf dem Markt ein Pfund Pflaumen und zehn Mandarinen.
- Breng alsjeblieft anderhalf kilo spinazie en twee liter melk mee.
- Bring bitte anderthalb Kilo Spinat und zwei Liter Milch mit.
