Lesson 3 Dutch/English
Woorden in deze lijst (35)
Origineel
- aanwijzing
- clue
- aanzienlijk
- substantial
- afleiden
- distract
- alleen maar
- merely
- behouden
- maintain
- bestek
- cutlery
- bestemming
- destination
- duiken
- scuba diving
- een kijkje nemen, gluren
- take a peek
- eetbaar
- edible
- enthousiast
- keen
- geneesmiddel, remedie
- cure
- haast niets
- hardly anything
- heel veel
- loads
- het doen zonder
- go without
- inhoud
- contents
- inzending
- entry
- krap bij kas
- tight
- merk
- brand
- nogal
- fairly
- opluchting
- relief
- pretpark
- theme parks
- rit (op een fiets, paard of in een attractie)
- ride
- schone (kleding)
- change
- stapel
- pile
- tussen
- among
- uitzonderlijk
- exceptional
- van groot belang zijn, essentieel zijn
- key
- verbanddoos
- first-aid kit
- versterken, aanjagen
- boost
- verwerven
- acquired
- wachtrij
- queue
- zekerheid
- certainty
- zich bewust zijn
- aware
- zin hebben om
- feel like