AK v6 H7

1keer geoefend
Woorden in deze lijst (84)
Origineel
- adaptief deltamanagement
- de overheid kijkt ver vooruit zodat zij op tijd betaalbare maatregelen kan nemen om zo flexibel in te spelen op nieuwe kansen en nieuwe inzichten
- benedenloop
- laagste deel van een rivier, net voordat hij in de zee stroomt
- bovenloop
- het begin van een rivier, het bovenste deel dat meestal in de bergen stroomt
- debiet
- de totale hoeveelheid water die een rivier afvoert op een bepaalde plek per tijdseenheid (sec)
- deltaprogramma
- dit programma van overheden en andere organisaties bevat aanbevelingen om Nederland te beschermen tegen hoog water en te zorgen voor voldoende zoetwater
- dijkverlegging
- het landinwaarts verplaatsen van de dijk
- dijkverzwaring
- het verstevigen en verhogen van de dijken
- druppelsproef
- bestaat uit winterdijken, uiterwaarden en zomerdijken
- kanaliseren
- het nemen van maatregelen gericht op het reguleren van het waterpeil voor de scheepvaart door middel van stuwen, sluizen en het afsnijden van bochten
- verstening
- door toegenomen verstedelijking neemt de oppervlakte van straten en wegen toe, waardoor er minder regenwater in de grond wordt opgenomen en sneller wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater bijvoorbeeld een rivier
- vertraagstijd
- de tijd die water nodig heeft om na een regenbui in de rivier te komen
- verval
- het hoogteverschil tussen twee punten langs een rivier
- waterschap
- een overheidsinstantie die de waterhuishouding regelt in een bepaald gebied, Zij zorgt voor veiligheid, voldoende water, schoon water en werkt samen met andere overheden zoals, gemeente, provincie en het Rijk
- waterscheiding
- de grens tussen twee stroomgebieden
- zomerbed
- de bedding waar de rivier 's zomers doorheen stroomt
- winterbed
- het gebied tussen de beide winterdijken dat bestaat uit zomerbed en uiterwaard
- zomerbedverdieping
- het verdiepen van het zomerbed zodat de rivier meer water kan bergen
- kribben
- dammen loodrecht op de rivieroevers die moeten voorkomen dat de oever afkalft en die er tevens voor zorgen dat het meeste water in het midden van de rivier blijft stromen
- kribverlaging
- het verlagen van de kribben waardoor het water niet wordt opgestuwd en sneller wordt afgevoerd
- lengteprofiel
- de doorsnede van een rivier vanaf de bron tot de monding bestaande uit boven-, midden- en benedenloop
- middenloop
- middelste deel van een rivier, tussen boven- en benedenloop
- neerslagregiem
- de verdeling van de hoeveelheid neerslag over een bepaalde periode, bijvoorbeeld een jaar
- piekafvoer
- de maximale afvoer tijdens een hoogwaterperiode
- regiem
- de schommelingen in de waterafvoer van een rivier gedurende een jaar
- retentiegiebied
- een gebied waar tijdelijk, bij hevige regenval of hoge rivierafvoer, water kan worden geborgen zodat gebieden stroomafwaarts niet overstromen
- Rijkswaterstaat
- Het uitvoerende agentschap van het ministerie van Infrastructuur en Milieu dat zorgt voor onze wegen, vaarwegen en de bescherming tegen overstromingen
- ruimte voor de rivier
- het programma waarin Rijkswaterstaat samen met waterschappen, gemeentes en provincies onze rivieren op ruim dertig plaatsen meer ruimte geeft. Bijvoorbeeld door het verleggen van dijken, graven van nevengeulen en verdiepen van uiterwaarden
- rijnconferentie
- conferentie van de Rijnoversten waarin afspraken gemaakt zijn over het beheer van de Rijn
- stroomgebied
- gebied dat afwatert op een bepaalde rivier
- stroomstelsel
- een rivier met al haar zijrivieren
- stuwen
- vaste of regelbare dammen in de rivier voor het regelen van het waterpeil en de waterafvoer
- uiterwaardvergraving
- het vergraven/verdiepen van de uiterwaarden zodat de rivier meer water kan bergen
- uiterwaard
- gebied tussen rivier en de winterdijk dat overstroomt, wanneer het waterpeil in de rivier stijgt
- verhang
- het gemiddelde verval per kilometer
- absolute zeespiegelrijzing
- stijging van de hoogte van de zeespiegel
- basislijn
- de positie van de kustlijn zoals die op 1 januari 1990 was
- bolwerkvorming
- bebouwing van de kust waardoor deze zijn dynamiek verliest
- duinen
- opgewaaid zand, in ons land een natuurlijke bescherming tegen de zee
- dynamisch kustbeheer
- het beheer van de kustlijn waarbij zee en wind de ruimte krijgen sediment zoals zand te verplaatsen
- eb
- laagste waterstand in de getijdenschommeling
- estuarium
- trechtervormige monding van een rivier, gevormd door de getijdenstromingen van eb en vloed
- getijdenstromingen
- stromingen die ontstaan doordat de getijgolven op de bodem van de ondiepe [Noord]zee worden afgeremd
- harde kust
- kust die in Nederland uit dijken, dammen en waterkeringen bestaat
- primaire keringen
- dijken of dammen die direct aan zee liggen
- primaire keringen
- dijken of dammen die direct aan zee liggen
- relatieve zeespiegelstijging
- de combinatie van bodemdaling en zeespiegelstijging
- slufter
- gebied waar onder invloed van het getij het zeewater door een geul in de duinen het land kan binnenstromen
- springtij
- een situatie van hoge vloed en lage eb wanneer zon, aarde en maan op een rechte lijn staan
- vloed
- hoogste waterstand in de getijdenschommeling
- wadden
- de onbegreensde delen van de waddenzee die twee keer per dag droogvallen
- zachte kust
- kust die opgebouwd is uit zand
- zandmotor
- een door zandsuppletie ontstaan schiereiland in de vorm van een haak voor de kust van Zuid-Holland
- zandsuppleties
- het storten van zand uit de Noordzee voor de kust en op het strand
- zeestroming
- een constante stroming langs de kust van zuid naar noord
- drietrapsstrategie
- waterbeheer in drie stappen: vasthouden(retentie), bergen en afvoeren
- groene daken
- het beplanten van daken om zo in te spelen op klimaatverandering in de stad
- klimaatverandering
- geleidelijke of abrupte verandering van het klimaat als het gevolg van natuurlijke en/of menselijke processen
- overstromingsrisicobewustzijn
- vergroten van het bewustzijn en aandacht voor het beperken van de gevolgen van een overstroming
- retentiebekkens- of overloopgebieden
- gebieden langs de rivier waar het water bij een piekafvoer tijdelijk wordt opgeslagen om de waterstand stroomafwaarts te verlagen
- verdroging
- de daling van de grondwaterspiegel waardoor de soortensamenstelling van natuurgebieden in de bodem en het water verandert
- verzilting
- toename van het zoutgehalte in de bodem en het water
- wadi
- Een laagte waarin het regenwater zich kan verzamelen en in de bodem kan infiltreren
- watertoets
- voorschriften rond waterbeheer die gevolgd moeten worden bij alle projecten van de ruimtelijke ordening
- waterplein
- pleinen in de stad die bij hevige regenval tijdelijk het water bergen
- bevolkingskrimp
- daling van het aantal inwoners in een gebied
- concentratiebeleid
- beleid in de ruimtelijke ordening gericht op het concentreren van bebouwing in steden
- groeikernen
- plaatsen op enige afstand van grote steden, die vanaf 1975 sterk groeiden door suburbanisatie als gevolg van overheidsbeleid
- Groene Hart
- groen en grotendeels nog open, landelijk gebied dat tussen de vier grote steden in ligt
- grootstedelijke functies
- activiteiten in bedrijvigheid, openbaar bestuur, kennis, cultuur en recreatie, waarvan de bevolking in de wijde omtrek van steden gebruik maakt
- mainports
- intercontinentale transportknooppunten [Amsterdam Schiphol, Rotterdamse haven]
- metropool
- stedelijk gebied dat niet alleen de kernstad, maar ook de voorsteden en het ommeland omvat
- metropoolvorming
- het proces waarbij grootstedelijke functies zich concentreren in één metropool
- Noordvleugel
- deel van de Randstad, bestaand uit de kernsteden Amsterdam en Utrecht, dat zich uitstrekt over drie provincies
- Randstad
- stedelijk gebied gevormd door Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht met hun omgeving, dat in een ring rond een grotendeels landelijk gebied ligt
- reikwijdte
- de afstand die klanten willen afleggen voor een voorziening
- ruimteijk beleid
- de plannen van de overheid voor het gewenste huidige en toekomstige gebruik van de ruimte in Nederland
- ruimteijke ordening
- alle regels die er bestaan over de inrichting van de ruimte
- sectoraal beleid
- beleid dat voor één onderwerp of sector van de samenleving wordt vastgesteld, zoals voor landbouw of woningbouw
- spreidingsbeleid
- beleid in de ruimtelijke ordening waarin de bebouwing gespreid wordt over woonkernen
- stedelijk netwerk
- steden die door middel van infrastructuur en onderlinge relaties sterk met elkaar verbonden zijn
- Structuurvisie
- beleidsdocument waarin een langetermijnplanning staat voor de ruimtelijke ordening van een gebied, zoals randstad 2040
- verzorgingsgebied
- gebied rond een voorziening waarin de meeste mensen gebruik maken van die voorziening
- vinex-locatie
- plaats aangewezen door de overheid vanaf 1993 om suburbanisatie door middel van nieuwbouw op te vangen, aan de rand van een bestaande stad
- Zuidvleugel
- het deel van de Randstad, binnen de provincie Zuid-Holland, dat bestaat uit de kernsteden Rotterdam en Den Haag met hun omgeving en zich uitstrekt tot Leiden