A-K begrippen echt
2
Woorden in deze lijst (60)
Origineel
- aardkorst
- Dunne aardkorst: 8 km onder oceanen en 35 km onder continenten
- atmosfeer
- De lucht om ons mee
- benedenloop
- Laatste stuk van rivier (dichtbij de zee)
- biosfeer
- Leven op aarde (planten, dieren, mensen)
- bovenloop
- Eerste stuk van een rivier (dicht bij de bron).
- branding
- Breking van golven in ondiep water (aan de kust).
- breuk
- Barst of scheur in aardkorst
- chemische verwering
- Verwering waarbij de samenstelling van het gesteente verandert.
- debiet
- Hoeveelheid water op een bepaald punt door de rivier stroomt in meter per seconde.
- delta
- Gebied vlak voor de monding, waar de rivier zich vertakt in vele rivierlopen.
- eindmorene
- Verpulverd materiaal dat door een gletsjer is meegeschoven en na het smelten blijft.
- endogene kracht
- Kracht van binnen de aardkorst
- erosie
- Het uitschuren en afschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal geladen water, ijs of wind.
- exogene kracht
- Kracht van buiten de aardkorst
- firn
- Korrelige, overjarige en ijsachtige sneeuw.
- firnbekken
- Verzamelbekken van sneeuw, hoog in de bergen.
- gemengde rivier
- Rivier die behalve regenwater ook smeltwater van gletsjers afvoert.
- geofactor
- Factor die de vorming van het landschap mede bepaalt.
- glaciaal
- Koude periode waarin de temperatuur daalt en grote ijskappen ontstaan, ook wel ijstijd.
- gletsjer
- Veel ijs dat naar beneden schuift
- gletsjerpoort
- De plek waar het smeltwater van een gletsjer uit de gletsjer stroomt.
- gletsjertunnel
- Tunnel die onder een gletsjer ontstaat als zich daar veel smeltwater verzamelt.
- grondmorene
- Sediment dat onder het ijs ligt en dat achterblijft als de gletsjer smelt.
- heuvelland
- Gebied met een hoogteligging tussen 200 m tot 500 m.
- hoefijzermeer
- Meer dat is gevormd door de afsnijding van meander van een rivier.
- hooggebergte
- Gebied met bergen die hoger zijn dan 1.500 m.
- horst
- Deel langs een breukvlak van het aardoppervlak dat minder is gezakt dan de slenk.
- hydrosfeer
- Het water van aarde
- ijstijd
- zie glaciaal
- interglaciaal
- Warme periode tussen twee ijstijden
- laagland
- Hoogteligging dat boven 200 m ligt.
- meander
- Natuurlijke bocht in een rivier
- mechanische verwering
- Uiteenvallen van gesteente waarbij de samenstelling van het gesteente niet verandert.
- middelgebergte
- Bergtoppen van 500m tot 1,500m.
- neerslag
- Water dat in vaste of vloeibare vorm uit de dampkring (atmosfeer) op aarde neerkomt.
- plaat
- Stuk van aardkorst oftewel schol
- plooiingsgebergte
- Gebergte dat is ontstaan door plooiing van stukken aardkorst.
- regiem
- Schommelingen in de waterafvoer van een rivier in een jaar.
- relief
- hoogteverschillen in het landschap
- rivier
- Een waterloop die water afvoert uit een gebied.
- schol
- Zie plaat
- sediment
- Meegevoerde zand die bezinken. Ook afzettingsmateriaal.
- sedimentatie
- Afzetting van materiaal dat is meegenomen door water, wind of ijs.
- sedimentgesteente
- Gesteente dat ontstaat uit materiaal dat is aangevoerd door ijs, water of wind.
- slenk
- Een langs een breukvlak omlaag gezakt deel van de aardkorst.
- stroomgebied
- Gebied dat afwatert op de hoofdrivier van een stroomstelsel.
- U-dal
- Dal van een U vorm en is ontstaan door de uitschurende werking van een gletsjer.
- V-dal
- Dal van een V heeft en is ontstaan door de uitschurende werking van een rivier.
- verhang
- Het verval per kilometer.
- verval
- Hoogteverschil tussen twee plaatsen aan een rivier.
- verwering
- Uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei.
- verweringsmateriaal
- Puin dat bij verwering ontstaat.
- waterscheiding
- Grens tussen twee stroomgebieden.
- zijmorene
- Gletsjerpuin aan de zijkant van een ijstong.
- jong gebergte
- Gebergte dat tientallen miljoenen jaar oud is.
- landschapskringloop
- Het proces van verwering en erosie waardoor een landschap telkens van uiterlijk verandert
- lengteprofiel
- Doorsnede van een rivier van bron tot monding.
- middenloop
- Deel van de rivier tussen boven- en de benedenloop in.
- oud gebergte
- Gebergte dat enkele honderden miljoenen jaren oud is.
- plooiing
- Proces waarbij aardlagen door grote druk worden samengedrukt en geplooid.