voor woensdag, lesson 2 & 3
2keer geoefend
Woorden in deze lijst (61)
Origineel
- accessory
- accessoire
- brand
- merk
- to fit
- passen
- to go with
- passen bij
- jumper/
sweater - trui
- to match
- passen bij
- old-fashioned
- ouderwets
- (to be) on sale
- in de uitverkoop (zijn)
- (to be) on trend
- in de mode (zijn)
- outfit
- kledingcombinatie
- to pick out
- uitkiezen
- to recommend
- aanbevelen
- suit
- pak
- to suit
- goed staan
- tie
- stropdas
- to try (something) on
- passen
- to zip up
- dichtritsen
- aantrekken
- to put on
- bloes
- blouse
- (lange) broek
- trousers /
pants - dragen
- to wear
- gymschoenen
- trainers /
sneakers - (lange) jas
- coat
- jas(je)
- jacket
- jurk
- dress
- kleren
- clothes
- kopen
- to buy
- korte broek
- shorts
- maat
- size
- muts /
hoed - hat
- overhemd
- shirt
- rok
- skirt
- schoen
- shoe
- sjaal
- scarf
- sok
- sock
- spijkerbroek
- (a pair of) jeans
- uittrekken
- to take off
- calendar
- kalender
- century
- eeuw
- daily
- dagelijks
- diary
- dagboek /
agenda - midnight
- middernacht
- monthly
- maandelijks
- more often
- vaker
- past
- verleden
- to tell the time
- zeggen hoe laat het is
- weekly
- wekelijks
- dag
- day
- een afspraak maken
- to make an oppointment
- een datum afspreken
- to set a date
- gisteravond /
vannacht - last night
- gisteren
- yesterday
- jaar
- year
- klok
- clock
- maand
- month
- minuut
- minute
- nacht
- night
- op tijd (zijn)
- (to be) on time
- uur
- hour
- vanavond
- tonight
- vandaag
- today