Hoofdstuk 1: Ons eiland in de ruimte (Examen woorden)

10
Woorden in deze lijst (34)
Origineel
- Aardbeving
- Trilling van de aarde door het plotseling verschuiven van stukken van de aardkorst of van de eronder liggende mantel
- Aardkorst
- De stijve en harde buitenkant van de aarde
- Actualiteitsprincipe
- Het principe dat ervan uitgaat dat natuurwetten in het verleden en het heden hetzelfde zijn
- Basalt
- Stollingsgesteente dat ontstaat door snelle afkoeling van lava bij een vulkaanuitbarsting, waardoor kleine kristallen ontstaan
- Bekken
- Lagere delen in de aardplaten die door de verschillende rek- en duwkrachten in de platen als geheel langzaam naar beneden bewegen of een laagte vormen
- Caldera
- Zeer grote vulkaankrater die is ontstaan door het instorten van een leeggelopen magmakamer
- Compressie
- Verschijnsel dat optreedt als een aardplaat ineen wordt geperst of als twee aardplaten op elkaar worden geperst onder invloed van platentektoniek
- Convergente plaatgrens
- Grens tussen twee platen die naar elkaar toe bewegen
- Divergente plaatgrens
- Grens tussen twee platen die van elkaar af bewegen
- Effusieve eruptie
- Rustige vulkaanuitbarsting
- Explosieve eruptie
- Heftige vulkaanuitbarsting van taaie lava vulkaanbommen en as die ontstaat onder invloed van hoge gasdruk of als het magma in contact komt met water
- Gebergtevorming
- Het ontstaan van gebergten onder invloed van platentektoniek
- Geologische tijdschaal
- De indeling van de 4,6 miljard jaar durende geschiedenis van de aarde in geologische tijdperken
- Gesteente
- Vaste stoffen die de aardkorst en het bovenste gedeelte van de mantel vormen
- Graniet
- Stollingsgesteente dat ontstaat door langzame afkoeling van magma in de aardkorst waardoor grote kristallen ontstaan
- Horst
- Hoger gelegen gebied tussen twee breuken
- Hotspot
- De hete plek in de asthenosfeer en lithosfeer boven de mantelpluim
- Mantel
- Deel van de aarde tussen de kern en de aardkorst
- Mid-oceanische rug
- Een onderzeese gebergteketen die ontstaan is doordat mantelmateriaal midden in de oceanen over een grote lengte omhoog komt
- Momentmagnitudeschaal
- De schaal waarmee de magnitude van een aardbeving wordt aangegeven
- Platentektoniek
- Is het proces waarbij platen ontstaan bewegen en verdwijnen
- Plooiingsgebergte
- Het gebergte dat is ontstaan door de plooiing van delen van de aardkorst
- Rek
- Een verschijnsel dat optreedt als een aardplaat uit elkaar wordt getrokken onder invloed van platentektoniek
- Ridge push
- Het proces dat onder invloed van de zwaartekracht de oceanische plaat van de hete en hoog liggende mid-oceanische rug afglijdt
- Schildvulkaan
- Vulkaan met een brede basis en zeer flauwe hellingen die uit dunne vloeibare lava is ontstaan
- Slab pull
- Het proces dat onder invloed van de zwaartekracht een afgekoeld en zwaar geworden deel van een oceanische plaat wegzakt in de asthenosfeer. De oceanische plaat trekt daarbij een hele aardplaat mee. Dit is de belangrijkste aandrijvende kracht van platentektoniek
- Slenk
- Een laagte die ontstaat doordat een blokvormig deel van de aardkorst wegzakt langs breukvlakken
- Stratovulkaan
- Is een vulkaantype met steile hellingen waarvan de kegel is opgebouwd uit afwisselend as- en lavalagen
- Subductie
- Is het wegzakken van een oceanische plaat in de asthenosfeer onder een andere plaat
- Transforme plaatgrens
- Is een grens waar platen langs elkaar schuiven
- Trog
- Is een langgerekte diepe kloof langs de rand van duikende oceanische platen
- Tsunamie
- Hoge golf bij de kust die ontstaat door een aardbeving in de oceanische lithosfeer
- Viscositeit
- Is een maat voor de stroperigheid van een stof
- Vulkanisme
- Is een verschijnsel waarbij heet magma uit de diepe ondergrond naar boven beweegt