THÈME 1 C'est moi !
Woorden in deze lijst (93)
Origineel
- bonjour
- goedendag
- salut
- hoi/
doei - Ça va ?
- Hoe gaat het?/
Gaat het? - très bien.
- heel goed
- Ça va.
- Oké/
Goed/ Het gaat wel. - au revoir
- tot ziens
- merci
- dank je wel
- bonsoir
- goedenavond
- s'il vous plaît
- alstublieft (als je iets vraagt)
- Voilà !
- Alstublieft! (als je iets geeft)
- le garçon
- de jongen
- la fille
- het meisje
- madame
- mevrouw
- monsieur
- meneer
- excusez-moi
- sorry (als je iets wilt vragen)
- le prénom
- de voornaam
- le nom (de famille)
- de achternaam
- oui
- ja
- non
- nee
- la femme
- de vrouw
- l'homme
- de man
- je m'appelle
- ik heet
- il s'appelle
- hij heet
- elle s'appelle
- zij heet
- le prénom
- de voornaam
- génial
- geweldig/
geniaal - formidable
- geweldig/
geniaal - très bien
- heel goed!
- superbe
- prachtig/
mooi - l'école
- de school
- le collège
- de middelbare school
- le professeur/
le prof - de leraar
- la professeur/
la prof - de lerares
- le talent
- het talent
- danser
- dansen
- elle danse
- zij danst
- chanter
- zingen
- il chante
- hij zingt
- jouer du piano
- piano spelen
- il joue
- hij speelt
- jouer au football /
au foot - voetballen
- elle joue
- zij speelt
- faire du sport
- sporten
- il fait du sport
- hij sport
- habiter
- wonen
- il habite
- hij woont
- parler
- praten
- elle parle
- zij praat/
spreekt - il s'appelle …
- hij heet
- elle s'appelle …
- zij heet
- c'est ...
- het/
dat is - le chien
- de hond
- le Français
- de Fransman
- la Française
- de Française/
Franse vrouw - le français
- het Frans
- génial
- geweldig/
geniaal - l'enfant
- het kind
- beaucoup
- veel
- le soir
- de avond
- la question
- de vraag
- vraiment
- echt
- l'ami
- de vriend
- l'amie
- de vriendin
- l'âge
- de leeftijd
- moi
- ik
- toi
- jij
- gagner
- winnen
- le garçon
- de jongen
- la fille
- het meisje
- la chanson
- het liedje
- chanter
- zingen
- elle chante
- zij zingt
- travailler
- werken
- je travaille
- ik werk
- aimer
- houden van
- j'aime
- ik houd van
- adorer
- dol zijn op
- j'adore
- ik ben dol op
- content
- blij/
tevreden - triste
- verdrietig
- horrible
- verschrikkelijk
- c'est nul
- het is waardeloos
- chouette
- tof/
leuk - nerveux
- nerveus
- heureux
- gelukkig
- superbe
- geweldig
- fantastique
- fantastisch
- vraiment excellent
- echt geweldig
- le commentaire
- het commentaar/
de beoordeling - cool
- cool
- bienvenue
- welkom
- Voici les candidats.
- Hier zijn de kandidaten.
- Je vous présente
- Ik stel jullie voor