Woordjes hoofdstuk 1 A en B
15keer geoefend
Woorden in deze lijst (31)
Origineel
- Angelettere
- Engeland
- Espagne
- Spanje
- Belgique
- België
- Allemange
- Duitsland
- Aux Pays-Bas
- Nederland
- Le bateau
- De boot
- L' avoin m
- Het vliegthuig
- Le train
- De trein
- La rentree
- De eerste schooldag
- Avoir envie de
- zin hebben in
- Travailler
- Werken
- Voyager
- Reizen
- Il fait mauvais
- Het is slecht weer
- Il fait beau
- Het is mooi weer
- Il fait froid
- Het is koud
- Il fait chaud
- Het is warm
- Le garcon
- De jongen
- Le fille
- Het meisje
- Le copain
- De vriend
- Le copine
- de vriendin
- La famille
- De famillie
- Formidable
- Fantastisch
- C'est vrai
- Het is waar
- Le depart
- Het vertrek
- L'ile v
- Het eiland
- Le matin
- De ochtend
- Le soleil
- De zon
- Fort
- sterk
- Difficle
- Moeilijk
- Mais
- Maar
- Alors
- Dan
