Neue Kontakte - Deutschbuch B - FERIEN - 1-2 vwo - Wortschatz
Woorden in deze lijst (35)
Origineel
- de camping
 - der Campingplatz
 - de caravan
 - der Wohnwagen
 - het strand
 - der Strand
 - de trein
 - die Bahn
 - het vakantieappartement
 - die Ferienwohnung
 - de auto
 - das Auto
 - het hotel
 - das Hotel
 - het kamp
 - das Camp
 - het museum
 - das Museum
 - de tent
 - das Zelt
 - het vakantiehuis
 - das Ferienhaus
 - de zee
 - das Meer
 - het zwembad
 - das Schwimmbad
 - de vakantie
 - die Ferien
 - de zomervakantie
 - die Sommerferien
 - afspreken
 - sich treffen
 - gaan/
rijden  - fahren
 - kamperen
 - zelten
 - op vakantie gaan
 - in den Urlaub fahren
 - overnachten
 - übernachten
 - daarna
 - danach
 - eerst
 - zuerst
 - Goede reis!
 - Gute Reise!
 - iedere dag
 - jeden Tag
 - later
 - später
 - naar
 - nach
 - Veel plezier!
 - Viel Spaß!
 - kunnen
 - können
 - moeten (het kan niet anders, noodzaak)
 - müssen
 - moeten (wil van een ander)
 - sollen
 - leuk vinden/
lusten  - mögen
 - mogen
 - dürfen
 - weten
 - wissen
 - willen
 - wollen
 - willen (wens)
 - möchten