Tijdvak 1

4keer geoefend
Woorden in deze lijst (48)
Origineel
- archeologie
- wetenschap die het verleden bestudeert aan de hand van ongeschreven bronnen
- cultuur
- denken en doen van een groep mensen
- kunst
- creatieve uiting
- moderne mens (homo sapiens, de denkende mens)
- de mensensoort waartoe alle tegenwoordige mensen behoren
- nomade
- iemand die rondtrekt zonder vaste woonplaats
- prehistorie
- (voorgeschiedenis, tijd van jagers en boeren) eerste periode (tot 3000 v.C.)
- samenleving van jager-verzamelaars
- maatschappij van nomaden die leven van wat ze vinden in de natuur
- symbool
- iets met een bepaalde betekenis
- Tijd van jagers en boeren
- (prehistorie) eerste tijdvak (tot 3000 v.C.)
- aanzien
- waardering, hoe belangrijk iemand wordt gevonden
- autarkisch (zelfvoorzienend)
- wanneer een groep mensen voor zichzelf zorgt
- domesticeren
- planten en dieren in dienst van mensen aanpassen
- hiernamaals
- leven na de dood
- landbouwrevolutie (agrarische revolutie)
- ontstaan van de landbouw
- landbouwsamenleving (agrarische samenleving)
- maatschappij waarin mensen in dorpen leven van landbouw
- Macht
- als je anderen kunt laten doen wat je wilt
- migrant
- landverhuizer
- milieu
- leefomgeving
- monument
- gedenkteken
- natuurgodsdienst
- godsdienst waarbij krachten van de natuur vereerd worden
- nijverheid
- producten maken
- offeren
- geschenken geven
- revolutie
- grote verandering
- ritueel
- plechtige handeling
- sedentaire leefwijze
- leven op een vaste woonplaats
- slaaf
- iemand die het bezit is van een ander
- sociaal
- heeft te maken met mensen en groepen in een samenleving
- ambacht
- beroep waarbij iemand producten maakt met zijn handen en gereedschap
- belasting
- wat onderdanen aan hun regering moeten betalen
- beschaving
- hoogontwikkelde cultuur
- elite
- toplaag in de samenleving, de meest machtige, rijke of geleerde mensen
- gezag
- 1 overwicht, 2 persoon of instelling met macht
- handel
- kopen en verkopen van producten
- hiërarchie
- rangorde
- Landbouwstedelijke samenleving (agrarisch-stedelijke of agrarisch-urbane samenleving)
- maarschappij met steden waarin een minderheid van de bevolking leeft van ambachten en handel, terwijl de meeste mensen op het platteland leven van landbouw
- Markt
- Plaats waar producten worden gekocht en verkocht
- mythe
- godenverhaal
- onderdaan
- persoon die moet gehoorzamen aan een regering
- overheid
- regering
- Polytheïstisch
- met veel goden
- Priester
- godsdienstig leider
- specialisatie
- als iemand zich richt op een bepaalde vaardigheid
- Staat
- 1 regering, 2 gebied met een regering
- stad
- van het platteland afgescheiden plaats met veel bewoners, waarvan de meesten niet leven van landbouw
- stadstaat
- staat die bestaat uit een stad met het omliggende platteland
- Tempel
- gebouw waar een god wordt vereerd
- Volk
- grote groep mensen
- vorst
- hoofd van een staat