Begrippen 1.1
0keer geoefend
Woorden in deze lijst (22)
Origineel
- Aanlandige wind
- Wind vanaf zee
- Aflandige wind
- Wind vanaf land
- Breedteligging
- de afstand van een plaats tot de evenaar
- Extensieve veeteelt
- Veeteelt met weinig vee per hectare
- Hooggebergte
- Gebied met bergen hoger dan 1500m
- Hoogvlakte
- Vlak of zachtgolvend gebied dat hoger dan 500m ligt
- Jaaramplitude
- Het verschil tussen de gemiddelde temperatuur in de koudste en warmste maand van het jaar
- Jong gebergte
- Gebergte met hoge toppen, scherpe bergkammen en diepe dalen jonger dan 65 miljoen jaar
- Laagvlakte
- Gebied zonder hoogteverschillen dat lager ligt dan 500m
- Landklimaat
- Klimaat met in de koudste maand een gemiddelde dagtemperatuur die lager is dan -3 graden en in de warmste maand hoger dan 10 graden
- Lijzijde
- De kant van de berg die uit de wind ligt; er valt weinig neerslag
- Loefzijde
- De windkant van de berg met veel neerslag
- Middelgebergte
- Gebied waar de meeste bergtoppen tussen de 500 en 1500m hoog zijn
- Oud gebergte
- Gebergte met afgeronde toppen en ondiepe dalen, ouder dan 65 miljoen jaar
- Regenschaduw
- De lijzijde van een berg, waar de dalende en warme lucht weinig of geen neerslag brengt
- Steppeklimaat
- Droog klimaat met 250 tot 500 mm neerslag per jaar
- Stuwingsregens
- Neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte
- Woestijnklimaat
- Droog klimaat waarbij in een jaar minder dan 250 mm neerslag valt
- Zeeklimaat
- Klimaat met een matigende invloed van de zee op de temperatuur ('s zomers koeler, 's winters zachter) en neerslag het hele jaar
- Neerslagfactor
- Factor waardoor neerslag ontstaat
- Temperatuurfactor
- Factor die invloed heeft op het weer in een gebied
- Zeestroom
- Stroming van het zeewater die ontstaat doordat de wind langdurig uit 1 richting waait