Na klar! - 3 HAVO - Umgebung - Les 3 Einrichtung - Redemittel

Woorden in deze lijst (18)

Origineel

Goedemorgen, mag ik je wat vragen?: Guten Morgen, darf ich dich etwas fragen?
Hoe laat is het? Tien voor half drie?: Wie spät ist es? Zehn vor halb drei?
Het is vijf over half zes.: Es ist fünf nach halb sechs.
Hij komt altijd 's morgens om kwart voor kwart over tien.: Er kommt immer am Morgen um Viertel vor oder Viertel nach zehn.
Ze belt je overmorgen om ongeveer half negen op.: Sie ruft dich übermorgen um etwa halb neun an.
Vorige week heb ik het bureau opgeruimd.: Letzte Woche habe ich den Schreibtisch aufgeräumt.
Dat wil ik je graag op vrijdag laten zien.: Das möchte ich dir am Freitag zeigen.
Ben je jarig vandaag?: Hast du heute Geburtstag?
Kan ik even langs komen?: Kann ich mal vorbeikommen?
Wil je nog iets hebben?: Möchtest du noch etwas haben?
Nou, eh, ik heb geen eigen kamer. Maar dat maakt me niet uit.: Also, äh, ich habe kein eigenes Zimmer. Aber das ist mir egal.
De vloer is helaas van steen.: Der Boden ist leider aus Stein.
Volgende maand krijg ik een eigen kamer.: Nächsten Monat bekomme ich ein eigenes Zimmer.
Het bed staat onder het raam.: Das Bett steht unter dem Fenster.
Te gek. Dat wil ik je graag laten zien.: Super. Das möchte ich dir gerne zeigen.
Het ziet er goed uit.: Das sieht gut aus.
Er is een tv in mijn kamer.: Es gibt einen Fernseher in meinem Zimmer.
Oké, doeg. Tot later.: Okay, tschüs. Bis später.