Nectar - 2 vmbo-kgt - Hoofdstuk 8 - Je lichaam werkt
Woorden in deze lijst (66)
Origineel
- ademhalingsstelsel
- bestaat uit de organen luchtpijp, bronchiën en longen en heeft als taak zuurstof opnemen uit de lucht en koolstofdioxide afgeven aan de lucht
- aders
- bloedvaten met dunne wanden en kleppen, die het bloed van de organen terugvoeren naar het hart
- aorta
- grootste slagader; voert zuurstofrijk bloed vanuit de linkerkamer in de richting van alle organen, behalve de longen
- bloedplasma
- lichtgele vloeistof in je bloed; hierin zitten onder andere voedingsstoffen en afvalstoffen opgelost
- bloedvatenstelsel
- bestaat uit de organen hart en bloedvaten en heeft als taak het vervoeren van stoffen naar en van alle organen in je lichaam
- boezems
- twee bovenste ruimtes in je hart
- borstademhaling
- het bewegen van je ribben om te ademen
- buikademhaling
- het bewegen van je middenrif om te ademen
- bronchiën
- vertakkingen van de luchtpijp
- cellen
- kleine ‘bouwsteentjes’ waaruit mensen, dieren en planten bestaan
- celkern
- rond bolletje in een cel dat alles regelt wat er in de cel gebeurt
- celmembraan
- dun vlies aan de buitenkant van een cel
- cholesterol
- vetachtige stof die aan de wanden van bloedvaten plakt, waardoor het bloedvat nauwer wordt; het bloed stroomt daardoor minder goed
- cytoplasma
- dikke vloeistof waarin de celkern dobbert
- energie
- heb je nodig voor levensprocessen, activiteit en om warm te blijven; energie komt vrij bij de verbranding van energierijke voedingsstoffen zoals glucose
- gaswisseling
- uitwisseling van gassen in de longblaasjes: zuurstof gaat vanuit de lucht in de longblaasjes naar het bloed, koolstofdioxide gaat vanuit het bloed naar de lucht in de longblaasjes
- glucose
- belangrijkste energierijke voedingsstof (brandstof) voor de verbranding
- grote bloedsomloop
- bloed stroomt vanuit de linkerkamer, via een orgaan, naar je rechterboezem; de functie is onder andere het afgeven van zuurstof aan de cellen en het opnemen van koolstofdioxide
- haarvaten
- kleinste en dunste soort bloedvaten; hier worden stoffen uitgewisseld tussen het bloed en de cellen van een orgaan
- hartinfarct
- door een vernauwing in een kransslagader komt er onvoldoende bloed bij het hart: een stukje hart(spier) sterft dan af
- hartkleppen
- kleppen tussen boezems en kamers; voorkomen dat het bloed terugstroomt naar de boezems
- hartslag
- pompbeweging van het hart: boezems trekken samen – kamers trekken samen – hartpauze
- hemoglobine
- rode kleurstof in de rode bloedcellen; hieraan hecht zuurstof zich vast
- holle aders
- twee grote aders, die zuurstofarm bloed uit andere aders naar de rechterboezem van het hart voeren
- kamers
- twee onderste ruimtes in je hart
- keelholte
- hierin komt de ingeademde lucht vanuit je neusholte en mondholte
- kleine bloedsomloop
- bloed stroomt vanuit de rechterkamer, via je longen, naar je linkerboezem; de functie is het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxide
- kleppen
- voorkomen dat bloed terugstroomt, doordat ze naar maar één kant open kunnen; kleppen zitten in aders en in en bij het hart
- koolstofdioxide
- afvalstof van de verbranding van glucose; je geeft het af aan de lucht als je uitademt
- kransaders
- aders die zuurstofarm bloed van het hart zelf naar een holle ader vervoeren
- kransslagaders
- slagaders die het hart zelf van zuurstof en voedingsstoffen voorzien
- longader
- ader die zuurstofrijk bloed van de longen naar de linkerboezem voert
- longblaasjes
- blaasjes aan het einde van de luchtpijptakjes; hier vindt opname van zuurstof en de afgifte van koolstofdioxide plaats
- longen
- in je longen gaat zuurstof vanuit de lucht in je bloed en koolstofdioxide vanuit je bloed naar de lucht
- longslagader
- slagader die zuurstofarm bloed vanuit de rechterkamer naar de longen voert
- luchtpijp
- hierin komt de lucht vanuit je keelholte
- luchtpijptakjes
- kleinste buisjes aan het eind van de bronchiën; ze zitten in je longen
- middenrif
- stevig gespierd vlies tussen je borstholte en buikholte
- mondholte
- hier komt de lucht je lichaam binnen als je door je mond inademt
- neusholte
- binnenkant van je neus, waarlangs de lucht binnenkomt als je door je neus inademt; de neusholte is bekleed met slijmvlies
- orgaanstelsel
- aantal organen in het lichaam die samenwerken aan dezelfde taak
- organen
- delen van het lichaam met een bepaalde taak
- rode bloedcellen
- cellen in het bloed die zuurstof vervoeren
- romp
- lichaam zonder hoofd, armen en benen; bestaat uit de borstholte en de buikholte
- slagaderkleppen
- kleppen aan het begin van de longslagader en de aorta; ze voorkomen dat het bloed terugstroomt naar de kamers
- slagaders
- bloedvaten met dikke, gespierde wanden, die bloed van het hart naar de organen voeren
- slijmcellen
- cellen in het slijmvlies die slijm maken
- slijmvlies
- laagje cellen dat aan de binnenkant van je luchtwegen zit; het produceert slijm
- spierstelsel
- bestaat uit al je spieren en heeft als taak je lichaam te laten bewegen
- trilhaarcellen
- cellen in het slijmvlies van je luchtpijp en bronchiën met trilharen, die slijm met stofdeeltjes naar de keelholte duwen
- uitscheiding
- verwijderen van afvalstoffen uit je bloed en daarna uit je lichaam
- uitscheidingsorganen
- organen die afvalstoffen verwijderen: nieren, longen en huid
- verbranding
- afbreken van glucose met behulp van zuurstof; er komt energie bij vrij
- verteringsstelsel
- bestaat uit onder andere slokdarm, maag en de dunne en dikke darm; de functie is het kleiner maken van grote voedingsstoffen zodat ze in het bloed kunnen worden opgenomen
- water
- afvalstof van de verbranding van glucose; je scheidt het uit via urine, door zweten en uitademen
- zenuwstelsel
- bestaat uit hersenen, ruggenmerg en zenuwen; de taak is het aansturen en laten samenwerken van je organen
- zuurstof
- gas in de lucht dat je inademt; is nodig voor de verbranding van glucose
- CT-scan
- driedimensionale röntgenfoto; het apparaat scant steeds een dun ‘plakje’ van het lichaam
- echoscopie
- beeld van organen gemaakt met geluidsgolven die terugkaatsen
- MRI-scan
- beeld van je lichaam gemaakt met behulp van verschillen in magnetisme
- radiologie
- afdeling in het ziekenhuis waar beelden van je organen worden gemaakt
- radioloog
- arts die op de afdeling radiologie werkt; hij of zij beoordeelt de foto of scan
- radiologisch laborant
- iemand van de afdeling radiologie die de beelden bij patiënten maakt
- röntgenfoto
- foto van de binnenkant van je lichaam gemaakt met röntgenstraling
- röntgenstraling
- straling die door de zachte weefsels van je lichaam gaat, maar door bloed en botten wordt tegengehouden
- thoraxfoto
- röntgenfoto van de borstkas