Na klar! - 3 VWO - Urlaub - Les 6 Sommer und Sonne - Redemittel

Woorden in deze lijst (20)

Origineel

In de zomervakantie verveel ik me zelden.: In den Sommerferien langweile ich mich selten.
Ik vlieg met mijn ouders naar Portugal.: Ich fliege mit meinen Eltern nach Portugal.
Ik ben nog niet alleen op vakantie geweest.: Ich bin noch nicht allein im Urlaub gewesen.
Bovendien ga ik een week naar mijn grootouders.: Außerdem fahre ich eine Woche zu meinen Großeltern.
Ik zal vaak naar het zwembad gaan.: Ich werde oft ins Schwimmbad gehen.
Ik breng mijn vakantie in de Verenigde Staten door.: Ich verbringe meine Ferien in den USA.
We kamperen op een camping in Frankrijk.: Wir zelten auf einem Campingplatz in Frankreich.
Ik ben samen met mijn vrienden met de trein naar zee gegaan.: Ich bin zusammen mit meinen Freunden mit dem Zug ans Meer gefahren.
We hebben vorig jaar op het strand in Italië gekampeerd.: Wir haben letztes Jahr am Strand in Italien gezeltet.
Ik haat het om met mijn ouders een kasteel of een museum te bezoeken.: Ich hasse es, mit meinen Eltern ein Schloss oder ein Museum zu besichtigen.
Als het weer mooi is, ga ik naar het meer.: Wenn das Wetter schön ist, fahre ich zum See.
Ik wil me graag ontspannen in Italië.: Ich möchte mich entspannen in Italien.
We slapen in een tent in Denemarken.: Wir schlafen in einem Zelt in Dänemark.
Het liefst doe ik aan sport of luister ik naar muziek.: Am liebsten treibe ich Sport oder höre ich Musik.
Ik kom uit Nederland.: Ich komme aus den Niederlanden.
Ik ga met mijn familie naar Zweden.: Ich fahre mit meiner Familie nach Schweden.
We maken een fietstocht door Nederland.: Wir machen eine Fahrradtour durch die Niederlande.
We eten elke avond in een restaurant.: Wir essen jeden Abend in einem Restaurant.
In juli word ik mijn verwanten in Zwisterland bezoeken.: Im Juli werde ich meine Verwandten in der Schweiz besuchen.
We gaan zoals elk jaar met de caravan naar de Noordzee.: Wir fahren wie jedes Jahr mit dem Wohnwagen an die Nordsee.