Unit 6 - Lesson 5 - Writing - NL/ENG

Unit 6 - Lesson 5 - Writing - NL/ENG

Woorden in deze lijst (23)

aankomen
to arrive
bagage
luggage
bezoeken
to visit
boeken
to book
camper (UK)
camper van
camper (US)
motorhome
kampeerder
camper
kamperen
to go camping
koffer
suitcase
missen
to miss
op vakantie gaan (UK)
to go on holiday
op vakantie gaan (US)
to go on vacation
paspoort
passport
reiziger
traveller
toerist
tourist
visum
visa
weggaan
to leave
Ik laat het je zo snel mogelijk weten.
I’ll let you know ASAP.
Ter info: onze vlucht duurt 12 uur.
FYI: our flight takes 12 hrs.
Onze verwachte aankomsttijd is zaterdag om 14.00 uur.
Our ETA is 2 p.m. on Sat.
Trouwens, mijn batterij is bijna leeg.
Btw, my battery is almost dead.
Zeg alsjeblieft tegen je broer dat hij zijn ID-kaart mee moet nemen.
Please tell your brother to pack his ID.
Neem winterkleding mee, bijvoorbeeld een warme jas en truien.
Pack winter clothes, e.g. a warm coat and sweaters.
Hoi Gast!