Biologie Hoofdstuk 1 leerjaar 2

74keer geoefend
Woorden in deze lijst (26)
Origineel
- Glucose
- Stof die veel energie bevat, met behulp van deze energie worden allerlei andere stoffen gemaakt
- Stofwisseling
- Het omzetten van stoffen in andere stoffen
- Mitochondriën
- Celorganel dat glucose afbreekt
- Verbranding
- De afbraak van glucose in cellen
- Brandstof
- Stof die verbrandt, die je nodig hebt voor verbranding
- Bronchiën
- Deel van het ademhalingsstelsel waarin de luchtpijp zich vertakt
- Strotklepje
- Klepje dat de luchtpijp afsluit als je voedsel inslikt
- Neusslijmvlies
- Slijmvlies in de neus dat uit slijmproducerende cellen bestaat
- Huig
- Klepje dat de neusholte afsluit als je voedsel inslikt
- Longhaarvaten
- Een netwerk van kleine bloedvaatjes rondom de longblaasjes
- Trilharen
- Organellen die slijm (met stofdeeltjes) van de neus naar de keelholte verplaatsen
- Middenrif
- Een stevig, gespierd vlies dat de romp verdeelt in de borstholte en de buikholte
- Luchtpijp
- Een holle buis die aansluit op de onderkant van het strottenhoofd
- Longblaasjes
- Deel van de longen waar zuurstof wordt opgenomen in het bloed
- Buikademhaling
- Ademhaling waarbij het middenrif en de buikwand bewegen
- Borstademhaling
- Ademhaling waarbij de ribben en het borstbeen bewegen
- Ademhalingsspieren
- De spieren die nodig zijn om adem te halen
- Gaswisseling
- De opname en afgifte van zuurstof en koolstofdioxide via de longblaasjes
- Ventilatie
- Het vervangen van oude lucht met verse lucht
- Smog
- Luchtvervuiling die vooral bestaat uit fijnstof
- Hooikoorts
- Allergie voor stuifmeelkorrels
- Fotosynthese
- Water + koolstofdioxide + zonlicht = glucose + zuurstof
- Verbranding (proces)
- Glucose + zuurstof = koolstofdioxide + water + energie
- Inademen
- Middenrif trekt samen en gaat omlaag
- Uitademen
- Middenrif ontspant en gaat omhoog
- Ademhalingsstelsel
- Neusholte, mondholte, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp, bronchien, luchtpijptakjes, longblaasjes