KERN ENGELS - 3 VWO - Homes - Who do you live with? - Words - ENG/NED

KERN ENGELS - 3 VWO - Homes - Who do you live with? - Words - ENG/NED

Woorden in deze lijst (47)

boarding school
kostschool
self-contained
op zichzelf staand
glow
gloed
single room
eenpersoonskamer
surrogate
vervangende
confused
verward
to go through
doormaken
designated
aangewezen
solid
stevig
to break up
uitmaken
to check in
melden
population
bevolking
to raise
opvoeden
to point out
aanwijzen
cot
bed
to set up
opzetten
bunk bed
stapelbed
to cram into
inproppen
to keep up with
bijhouden
sore
pijnlijk
extended
uitgebreid
roomy
ruime
to care for
geven om
elder
oudere
preschool
peuterspeelzaal
retirement
pensioen
retired
met pensioen
care
zorg
foster children
pleegkinderen
healthcare
gezondheidszorg
necessitate
noodzakelijk maken
proverbial
spreekwoordelijk
affordable
betaalbaar
benefit
voordeel
peer
leeftijdsgenoot
appointment
afspraak
errand
boodschap
compassion
medeleven
significant
aanzienlijk
to admit
toegeven
to snuggle up (to)
zich nestelen (tegen)
to catch up
inhalen
to get along (with)
kunnen opschieten (met)
to blame
verwijten
shortage
tekort
sociable
sociaal
to outline
schetsen
Hoi Gast!