tous au camping - chapitre 6 - 2 vwo - phrases-clés et parler g

Woorden in deze lijst (12)

Origineel

Kunt u mij helpen?: Vous pouvez m’aider?
Ja, natuurlijk.: Oui, bien sûr.
Waar is de apotheek?: Où est la pharmacie?
De apotheek, dat is de eerste straat rechts.: La pharmacie, c’est la première rue à droite.
Sorry. Kunt u het herhalen?: Excusez-moi. Vous pouvez répéter?
Ja, dat is de eerste straat rechts.: Oui, c’est la première rue à droite.
Heeft u een stadsplattegrond?: Vous avez un plan de la ville?
Ja, alstublieft.: Oui, voilà.
Verkoopt u chips?: Vous vendez des chips?
Nee, het spijt me. Je moet naar de supermarkt.: Non, désolé(e). Il faut aller au supermarché.
Hoe laat gaat de supermarkt dicht?: À quelle heure ferme le supermarché?
Hij is van 8 tot 21 uur geopend.: Il est ouvert de 8 heures à 21 heures.