Na klar! 1 & 2 VWO/GYMNASIUM A - Hamburg - Lektion 3 Sprich mal - Redemittel
Woorden in deze lijst (22)
Origineel
- Kan ik helpen?
- Kann ich helfen?
- Ik zou graag een spijkerbroek willen.
- Ich möchte gern eine Jeans.
- Nee, bedankt, ik kijk alleen rond.
- Nein danke, ich sehe mich nur um.
- Hebt u deze blouse ook in maat 40?
- Haben Sie die Bluse auch in Größe 40?
- Ja, maar alleen in donkerblauw/roze.
- Ja, aber nur in Dunkelblau/Rosa.
- Kan ik deze broek passen?
- Kann ich diese Hose anprobieren?
- Natuurlijk. Daar is het pashokje.
- Na klar. Da ist die Umkleidekabine.
- Kan ik pinnen?
- Kann ich mit Karte bezahlen?
- Nee, helaas niet, alleen contant.
- Nein, leider nicht, nur bar.
- Natuurlijk.
- Na klar.
- Wat heb je gekocht?
- Was hast du gekauft?
- Ik heb sportschoenen en sokken gekocht.
- Ich habe Turnschuhe und Socken gekauft.
- Hoeveel kost de trainingsbroek?
- Wie viel kostet die Jogginghose?
- Die kost twintig euro. Dat is zeer goedkoop.
- Sie kostet zwanzig Euro. Das ist sehr preiswert/günstig.
- Kan ik de sjaal ruilen?
- Kann ich den Schal umtauschen?
- Ja, binnen twee weken met kassabon.
- Ja, innerhalb von zwei Wochen mit Kassenbon.
- Hoe vind je de schoenen?
- Wie finden Sie die Schuhe?
- Ze zijn zeer comfortabel maar te duur.
- Sie sind sehr bequem, aber zu teuer.
- Ze zijn te krap.
- Sie sind zu eng.
- Wat draag je vandaag?
- Was trägst du heute?
- Vandaag heb ik een broek en een T-shirt aan.
- Heute habe ich eine Hose und ein T-Shirt an.
- Ik draag een trui, een rok en een riem.
- Ich trage einen Pullover, einen Rock und einen Gürtel.