frans 2e toetsweek
23keer geoefend
Woorden in deze lijst (80)
Origineel
- aller au restaurant
- naar het restaurant gaan
- aller à la salle de sport
- naar de sportschool gaan
- faire les courses
- boodschappen doen
- faire du fitness
- fitnessen
- faire les devoirs
- huiswerk maken
- garden (quelqu' un)
- op (iemand) passen
- aller en ville
- naar de stad gaan
- individuel(le)
- individueel
- passionnant(e)
- boeiend
- terrible
- vreselijk
- intrèssant(e)
- intressant
- ennuyeux,-euse
- vervelend
- pas mal
- niet slecht
- null(e)
- waardeloos
- l' ècran m
- het scherm
- le spectateur
- de toeschouwer
- l' occasion v
- de gelegenheid
- captivant(e)
- spannend
- furieux,- euse
- boos
- malheureux,-euse
- boos
- malheureux,-euse
- ongelukkig
- l'outil m
- het gereedschap
- la valeur
- de waarde
- insolite
- ongewoon
- principal(e)
- belangrijkste
- obligatoire
- verplicht
- tout le monde
- iedereen
- ca marche
- dat werkt
- voter
- stemmen
- avoir peur
- bang zijn
- expliquer
- uitleggen
- à l' avance
- van tevoren
- il dèpend (de)
- het hangt (af)
- il vient d' avoir
- hij heeft zojuist gehad
- ils pourront
- zij zullen kunnen/mogen
- l´ omnibus m
- de stoptrein
- un aller-retour
- een retourtje
- en voiture
- met de auto
- l'ascenseur m
- de trap
- le quai
- het perron
- la place
- het plein
- la porte
- de deur
- le quart d'heure
- het kwartier
- le dèpart
- het vertrek
- la destination
- de bestemming
- le project
- het plan
- le ticket
- het ticket/kaartje
- dèpêche-toi
- haast je
- je me dèpêche
- ik haast me
- siffler
- fluiten
- rater
- missen
- il part
- hij vertrek
- voir
- zien
- avoir de la chance
- geluk hebben
- sauter
- overslaan
- contre
- tegen
- sinon
- anders
- paresseux,-euse
- lui
- tout(e) seul(e)
- alleen
- bon voyage
- goede reis
- commencer
- beginnen
- retourver
- terugvinden
- le souvenir
- de herinnering
- l'est m
- het oosten
- le nord
- het noorden
- le sud
- het zuiden
- l'ouest m
- het westen
- le pays
- het land
- le travail
- het werk
- l'accident m
- het ongeluk
- le temps
- het weer
- malheureusement
- jammer genoeg
- parfait(e)
- perfect
- là-bas
- daar
- la violence
- het geweld
- le rond-point
- de rotonde
- pourant
- toch
- la suite
- het vervolg
- la patience
- het geduld
- la parcours
- het traject