De Geo - vwo - Globalisering CE24/25 - Hoofdstuk 1
Woorden in deze lijst (30)
Origineel
- beroepsbevolking
- Alle personen tussen de 15 en 65 jaar die betaald werk hebben of zoeken.
- bevolkingsdichtheid
- Het (gemiddelde) aantal inwoners per km2 in een regio.
- bevolkingsgroei
- De absolute of procentuele toename van het aantal bewoners van een gebied.
- bevolkingsspreiding
- Verdeling van de woonplaatsen van de inwoners over een gebied.
- blokvorming
- Organisatie van landen, vooral op economisch en/of politiek gebied.
- bruto binnenlands product per inwoner (bbp/inw)
- De totale geldwaarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten (per jaar) per hoofd van de bevolking.
- bruto regionaal product per inwoner (brp/inw)
- De totale geldwaarde van alle in een regio geproduceerde goederen en diensten (per jaar) per hoofd van de bevolking.
- cultuurgebied
- (Macro)regio met maatschappelijke cultuurkenmerken.
- democratisch gehalte
- Mate waarin de politieke, economische en sociale macht verdeeld is over de bevolking van een land.
- demografische druk
- De verhouding tussen de productieve leeftijdsgroep en de niet-productieve leeftijdsgroepen.
- demografische transitie
- De overgang van een niveau van hoge geboorte- en sterftecijfers naar een laag niveau van geboorte- en sterftecijfers.
- diffusie
- Verspreiding van een verschijnsel van gebied tot gebied (ruimtelijke diffusie) of binnen bevolkingsgroepen (sociale diffusie).
- geopolitiek
- De machtsverhoudingen tussen landen en gebieden in de wereld.
- global village
- Gebied dat steeds meer met andere gebieden overal ter wereld te maken heeft via allerlei sociale netwerken.
- globalisering
- Het doorgaande proces van politieke, sociale en culturele samenhang tussen bedrijven, gebieden of landen over de hele wereld, waardoor landgrenzen vervagen. Heet ook mondialisering.
- identiteit
- Een unieke combinatie van culturele kenmerken.
- kindertarief
- Het aantal kinderen dat voor hun vijfde verjaardag is overleden (in % of in ‰).
- koopkracht
- Hoeveelheid goederen en diensten die een bevolking kan kopen voor een bepaalde hoeveelheid geld.
- leeftijdsopbouw
- De samenstelling van de bevolking op basis van leeftijd en geslacht.
- lingua franca
- Een derde taal die nodig is wanneer verschillende culturele groepen niet direct in hun eigen taal met elkaar kunnen communiceren.
- mensenrechten
- De rechten waarop ieder mens aanspraak kan maken, ongeacht herkomst, nationaliteit, overtuiging, geslacht, wettelijke status of andere kenmerken.
- Nieuwe industrialiserende landen (NIC's)
- Landen die zich economisch gezien in korte tijd ontwikkelden tot geïndustrialiseerde landen. Tot de eerste NIC's behoren Zuid-Korea, Singapore, Hongkong en Taiwan. Heden ook nieuwe industrielanden.
- nieuwe industrielanden
- Landen die zich economisch gezien in korte tijd ontwikkelden tot geïndustrialiseerde landen. Tot de eerste NIC's behoren Zuid-Korea, Singapore, Hongkong en Taiwan. Ook wel Nieuwe industrialiserende landen (NIC's).
- regionale ongelijkheid
- Verschillen in het ontwikkelingspeil tussen gebieden, die als onrechtvaardig ervaren worden.
- regionalisme
- Het streven naar een zekere mate van autonomie, dan wel afscheiding in een deel van een land door een groep mensen met een eigen identiteit.
- samenwerkingsverband
- Groep van landen of organisaties die regelmatig overleg met elkaar hebben.
- sociale ongelijkheid
- Sociale verschillen tussen bevolkingsgroepen, die als onrechtvaardig ervaren worden.
- verstedelijkingsgraad
- Aandeel van de stedelijke bevolking in de totale bevolking. Heet ook urbanisatiegraad.
- verstedelijkingstempo
- Snelheid waarmee de verstedelijkingsgraad (per jaar) verandert (in procenten). Heet ook urbanisatietempo.
- vruchtbaarheid
- Het gemiddelde aantal kinderen dat een vrouw krijgt.