De Geo - Havo - Arm en rijk - Hoofdstuk 3
Woorden in deze lijst (40)
Origineel
- afzetmarkt
- Het aantal klanten dat producten wil kopen.
- analfabetisme
- Het percentage van de bevolking ouder dan 15 jaar dat niet kan lezen of schrijven.
- bevolkingsdiagram
- Staafdiagram over de leeftijdsopbouw van de bevolking: piramide, granaat en urn.
- bevolkingsdichtheid
- Het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer (inw/km2).
- bevolkingsgroei
- Toename of afname van de bevolking door geboorte, sterfte, emigratie en immigratie.
- bevolkingsspreiding
- De verdeling van mensen over een land of gebied.
- bruto binnenlands product (bbp)
- De totale geldwaarde van alle goederen en diensten die binnen de staatsgrenzen van een land in een jaar worden geproduceerd.
- bruto nationaal product (bnp)
- De totale geldwaarde van alle goederen en diensten die alle staatsburgers van een land in een jaar produceren.
- bruto regionaal product (brp)
- De totale geldwaarde van alle goederen en diensten die een regio in een jaar produceert.
- centrum
- Begrip uit het centrum-periferiemodel: hoogontwikkeld, rijk land of gebied met veel economische en politieke macht.
- de-industrialisatie
- Afname van de productie en de werkgelegenheid in de industrie (onder andere door verplaatsing van het werk naar landen met lagere kosten en minder strenge wetgeving).
- dekolonisatie
- Het politiek onafhankelijk worden van een voormalige kolonie.
- demografische druk
- De verhouding tussen de productieve leeftijdsgroep (20 - 65 jaar) en de niet-productieve groepen (0 - 20 jaar en 65+).
- demografische transitie
- Model dat de overgang laat zien van hoge geboorte- en sterftecijfers naar lage geboorte- en sterftecijfers.
- exploitatiekolonie
- Een overzees gebiedsdeel dat dient als leverancier van goedkope grondstoffen en arbeidskrachten voor het moederland en als afzetgebied van de producten uit het moederland.
- gemiddeld inkomen
- Het bbp van een land gedeeld door het aantal inwoners van dat land.
- grijze druk
- De verhouding tussen de groep 65-plussers en het aantal 20- tot 65-jarigen.
- human development index (hdi)
- Cijfer dat aangeeft hoe hoog een land scoort op het bnp per inwoner, de levensverwachting en het analfabetisme.
- industrialisatie
- Periode waarin een samenleving voor zijn inkomen steeds sterker afhankelijk wordt van industrie in plaats van landbouw.
- informele sector
- Ongeschoold, slechtbetaald werk in de dienstensector dat niet officieel wordt geregistreerd. Mensen betalen geen belasting, maar hebben ook geen recht op uitkeringen.
- koopkracht
- Het aantal goederen en diensten dat iemand van zijn geld kan kopen.
- leeftijdsopbouw
- De verdeling van de bevolking over verschillende leeftijdsklassen, vaak weergegeven in een bevolkingsdiagram.
- metropool
- Heel grote stad die op mondiale schaal een rol van betekenis speelt op het gebied van economie, cultuur en politiek. Heet ook global city of wereldstad.
- multiculturele samenleving
- Samenleving van mensen uit verschillende culturen.
- multinational / multinationale onderneming (mno)
- Onderneming met vestigingen in ten minste twee landen.
- ontwikkelingskenmerk
- Kenmerk waarmee je de armoede of rijkdom in een gebied kunt meten.
- opkomend land
- Land dat nog niet echt ontwikkeld is, maar dat wel een snelle economische groei doormaakt. Heet ook groeiend land.
- periferie
- Begrip uit het centrum-periferiemodel: minder ontwikkeld gebied of land dat wordt gekenmerkt door afhankelijkheid, nadelige handelsrelaties, gebrekkige technologie en een lage productie.
- regionale ongelijkheid
- Situatie waarin er sociaal-economische ongelijkheid bestaat tussen regio’s.
- ruilvoet
- Verhouding tussen het prijspeil van de exportproducten en het prijspeil van de importproducten.
- samenstelling van de beroepsbevolking
- Procentuele verdeling van de werkende bevolking over de primaire, secundaire en tertiaire sector.
- semiperiferie
- Begrip uit het centrum-periferiemodel: gebied dat een tussenpositie inneemt tussen het centrum en de periferie. Het zijn vaak opkomende landen door de groei van de industrie.
- sociale ongelijkheid
- Situatie waarin er verschillen in welvaart en ontwikkelingskansen zijn tussen groepen mensen in een gebied.
- speciale economische zone (sez)
- Gebied waar buitenlandse ondernemingen zich vrij mogen vestigen en weinig belasting betalen.
- verstedelijking
- Toename van het percentage mensen dat in de steden woont. Heet ook urbanisatie.
- vestigingskolonie
- Een overzees gebiedsdeel waar kolonisten (meestal Europeanen) zich blijvend vestigen.
- vrijemarkteconomie
- Economisch systeem waarin bedrijven eigendom zijn van personen en de ondernemers zelf bepalen wat ze maken of welke diensten ze aanbieden.
- wereldsysteem
- Indeling van de wereld volgens een bepaald model, zoals het centrum-periferiemodel, om de economische en politieke machtsverhoudingen uit te drukken.
- zakelijke en financiële dienstverlening
- Bedrijfssector die zich bezighoudt met het leveren van financiële en andere diensten aan bedrijven of de overheid.
- zware industrie
- Bedrijven die veel (ruwe) grondstoffen gebruiken, zoals steenkool, ijzererts of ruwe olie.