ZugSpitze - HAVO - Textarbeitsbuch 5 - Schritt 36 - Redemittel

ZugSpitze - HAVO - Textarbeitsbuch 5 - Schritt 36 - Redemittel

Woorden in deze lijst (5)

Welke bezienswaardigheden zijn er hier?
Welche Sehenswürdigkeiten gibt es hier?
Ik zoek een hotel in de buurt van het station.
Ich suche ein Hotel in der Nähe des Bahnhofs.
Hoe kom ik bij mijn hotel?
Wie komme ich zu meinem Hotel?
Kunt u mij uitleggen, waar ik een fiets kan huren?
Können Sie mir erklären, wo ich ein Fahrrad leihen kann?
Heeft u een plattegrond van de stad voor mij?
Haben Sie einen Stadtplan für mich?
Hoi Gast!