Hoofdstuk 4 Boeren, heren en monniken - §3 Verspreiding van het christendom - HV
Woorden in deze lijst (8)
Origineel
- heidenen
- De naam die de christenen gaven aan mensen die geloofden in natuurgoden en -krachten.
- klooster
- Gebouw waar monniken of nonnen leven om zich helemaal aan hun geloof te wijden.
- monnik
- Man die zijn leven aan zijn geloof heeft gewijd en in een klooster woont.
- non
- Vrouw die haar leven aan haar geloof heeft gewijd en in een klooster woont.
- missionaris
- Priester die mensen tot het christelijk geloof wil bekeren.
- priester
- Geestelijke die mensen helpt om te leven volgens de geloofsregels. Hij verzorgt de kerkdienst, de doop, het huwelijk en de begrafenis van gelovigen.
- stand
- Groep met een vaste plek en een eigen taak in de samenleving. Middeleeuwers verdeelden de samenleving in drie standen: de geestelijken, de adel en de boeren.
- geestelijkheid
- Groep van mensen die hun leven in dienst stellen van de christelijke godsdienst, zoals de paus, priesters, monniken en nonnen. De geestelijkheid is in de middeleeuwen de eerste stand.