Frans H6 havo vwo

Frans H6 havo vwo

Bente
4

Woorden in deze lijst (97)

loin
ver (weg)
tout près
heel dichtbij
à gauche
(naar) links
à droite
(naar) rechts
tout droit
rechtdoor
la gare
het station
le nord
het noorden
le sud
het zuiden
l'est
het oosten
l'ouest
het westen
pour rien
voor niets
facile
makkelijk
trouver
vinden
waar
lá-bas
daar
en voiture
met de auto
en bus
met de bus
en train
met de trein
à pied
te voet/lopend
à vélo
met de fiets
le conseil
de tip/het advies
l'endroit
de plek
l'activité
de activiteit
la rue
de straat
l'arrêt de bus
de bushalte
le vêtement
het kledingstuk
rêver
dromen
on voit
wij zien
tu veux
je wilt
selon moi
volgens mij
dommage
jammer
presque
bijna
bien sûr
natuurlijk
tout le monde
iedereen
la boulangerie
de bakkerij
la plage
het strand
le cinéma
de bioscoop
le voyage
de reis
bon voyage
goede reis
ja, natuurlijk.
Oui, bien sûr.
Ik zoek het station.
Je cherche la gare.
Het is rechtdoor en daarna linksaf.
C'est tout droit et ensuite à gauche.
Kunt u het herhalen?
Vous pouvez répéter?
Is het ver?
C'est loin?
Nee, het is 15 minuten lopen.
Non, c'est à 15 minutes à pied.
Dan gaan wij met de bus.
Alors, on y va en bus.
parce que
omdat
aller à une terrasse
naar een terras gaan
faire du football
voetballen
jouer de la guitare
gitaar spelen
je connais
ik ken
malade
ziek
dangereux
gevaarlijk
ensemble
samen
d'abord
eerst
ensuite
daarna
demain
morgen
hier
gisteren
tard
laat
quelque chose
iets
boire
drinken
travailler
werken
visiter
bezoeken
faire les magasins
winkelen
au cinéma
naar de bioscoop
au café
naar het café
le village
het dorp
le quartier
de wijk
la ville
de stad
la campagne
het platteland
le mois
de maand
la maison
het huis
le jardin
de tuin
le chien
de hond
l'avantage
het voordeel
la chose
het ding
seul(e)
alleen/in je eentje
autre
ander(e)
trop(de)
te/te veel
depuis
sinds
partout
overal
sans
zonder
donc
dus
sortir
uitgaan
dormir
slapen
déménager
verhuizen
Tu habites où?
Waar woon jij?
J'habite à paris.
Ik woon in parijs.
Tu aimes Paris?
Houd jij van Parijs?
Oui, parce que c'est une grande ville.
Ja, omdat het een grote stad is.
On va boire quelque chose?
Gaan wij wat drinken?
Oui, on va aller à une terrasse.
Ja, wij gaan naar een terras.
Dans mon quartier, il y a un café.
In mijn wijk is er een café
Comment on va au café?
Hoe gaan wij naar het café?
On va au café à pied.
Wij gaan lopend naar het café.
Qu'est-ce qu'on va faire après?
Wat gaan wij daarna doen?
On va jouer à la console.
Wij gaan gamen
Hoi Gast!