2.2 Vulkanisme en aardbevingen

2.2 Vulkanisme en aardbevingen

Woorden in deze lijst (14)

aardbeving
de kortdurende trillingen in de aardkorst die ontstaan als gevolg van de ontlading van in de aardkorst opgebouwde spanningen
caldera
een grote cirkelvormige krater ontstaan nadat het bovenste deel van de vulkaan is weggeblazen na een zeer krachtige eruptie of is ingestort na het snel leeglopen van de magmakamer; soms ontstaat hierin een kratermeer
effusieve eruptie
een vulkaanuitbarsting met een rustig verloop
epicentrum
punt op het aardoppervlak waar de meeste beweging door een aardbeving plaatsvindt
explosieve eruptie
een vulkaanuitbarsting die met veel kracht verloopt
hotspot
plekken op aarde waar in de aardmantel pluimen van zeer heet magma opstijgen
hypocentrum
de plek in de aardkorst waar de aardbeving ontstaat (aardbevingshaard)
magnitude
de kracht van een aardbeving of hoeveelheid vrijgekomen energie, gemeten met bijvoorbeeld de momentmagnitudeschaal
momentmagnitudeschaal
schaal om magnitude van aardbevingen te meten door lengte van de breuk en de beweging van de breuk te meten
schildvulkaan
een vulkaan die ontstaat doordat de dun vloeibare basaltische lava ‘rustig’ vanuit de krater stroomt en een uitgestrekt gebied kan bedekken
stratovulkaan
kegelvormige vulkaan die bestaat uit een gelaagde opbouw van afwisselende lagen as en lava
tsunami
golven die ontstaan door aardbevingen in de oceaanbodem
viscositeit
hoe stroperig een vloeistof is; een lage viscositeit betekent dat de vloeistof dun-vloeibaar is
vulkanisme
processen die samenhangen met het omhoogkomen van vloeibaar gesteente naar het aardoppervlak
Hoi Gast!