Duitsland in Europa 1918–1991 – Verplichte Begrippenlijst HAVO 2026

5keer geoefend
Woorden in deze lijst (50)
Origineel
- Republiek van Weimar
- Democratische Duitse staat die ontstond in 1918, na de val van het keizerrijk.
- Verdrag van Versailles
- Vredesverdrag van 1919 dat Duitsland strenge eisen oplegde, zoals herstelbetalingen en gebiedsverlies.
- Herstelbetalingen
- Grote geldbedragen die Duitsland vanaf 1919 moest betalen als schuld voor WO I.
- Dolkstootlegende
- Idee dat Duitsland WO I niet militair verloor maar ‘verraden’ werd door politici, populair vanaf 1919.
- Hyperinflatie
- Periode in 1923 waarin het Duitse geld bijna waardeloos werd.
- Dawesplan
- Plan uit 1924 om de Duitse economie te stabiliseren door leningen uit de VS.
- Gouden Twintigste Jaren
- Periode van economische bloei in 1924–1929 in Duitsland.
- Wereldcrisis 1929
- Wereldwijde economische crisis die in 1929 begon en leidde tot massale werkloosheid in Duitsland.
- NSDAP
- Nationaalsocialistische partij van Hitler, groeide sterk in de jaren 1930–1933.
- Machtigingswet
- Wet uit 1933 die Hitler dictatuur mogelijk maakte doordat hij zonder parlement kon regeren.
- Gleichschaltung
- Proces vanaf 1933 waarbij de nazi’s alle organisaties en media onder controle brachten.
- Concentratiekampen
- Kampen vanaf 1933 om politieke tegenstanders en later ongewenste groepen op te sluiten.
- Neurenberger Wetten
- Racistische wetten uit 1935 die Joden hun burgerrechten ontnamen.
- Kristallnacht
- Georganiseerde aanval op Joden op 9 november 1938.
- Lebensraum
- Idee vanaf 1930s dat Duitsland moest uitbreiden naar Oost-Europa voor ‘leefruimte’.
- Anschluss
- Aansluiting van Oostenrijk bij Duitsland in 1938.
- Conferentie van München
- Conferentie in 1938 waar Groot-Brittannië en Frankrijk akkoord gingen met Hitlers eisen (appeasement).
- Inval in Polen
- Duitse aanval op 1 september 1939, begin van WO II.
- Blitzkrieg
- Snelle Duitse militaire tactiek gebruikt vanaf 1939.
- Holocaust
- Systematische genocide op Joden door nazi’s tussen 1941–1945.
- Wannseeconferentie
- Vergadering in 1942 waarin nazi’s de “Endlösung” organiseerden.
- Totale oorlog
- Vanaf 1943 moest Duitsland al zijn middelen inzetten voor WO II.
- D-Day
- Geallieerde landing in Normandië op 6 juni 1944, begin van de bevrijding van Europa.
- Capitulatie Duitsland
- Duitsland gaf zich over op 8 mei 1945.
- Neurenbergprocessen
- Rechtszaken tegen nazi-leiders van 1945–1946.
- Bezettingszones
- Duitsland werd in 1945 opgedeeld in vier zones (VS, VK, Frankrijk, SU).
- Blokkade van Berlijn
- Sovjetblokkade van West-Berlijn in 1948–1949.
- Luchtbrug
- Geallieerde bevoorrading van West-Berlijn in 1948–1949.
- BRD
- Bondsrepubliek Duitsland, opgericht in 1949 in West-Duitsland.
- DDR
- Duitse Democratische Republiek, opgericht in 1949 in Oost-Duitsland.
- Socialistische planeconomie
- Economisch systeem van de DDR vanaf 1949, bestuurd door de staat.
- Wirtschaftswunder
- Economisch wonder in West-Duitsland in de jaren 1950–1960.
- NAVO-lidmaatschap BRD
- West-Duitsland trad toe tot de NAVO in 1955.
- Opstand in de DDR
- Arbeidersopstand in Oost-Duitsland op 17 juni 1953.
- Berlijnse Muur
- Bouw van de Muur op 13 augustus 1961 om vluchtelingenstroom naar West-Duitsland te stoppen.
- Détente
- Periode van ontspanning tussen Oost en West in de jaren 1970.
- Ostpolitik
- Politiek van Willy Brandt vanaf 1969 gericht op betere relaties met de DDR en Sovjet-Unie.
- Helmut Kohl
- Bondskanselier vanaf 1982 die een belangrijke rol speelde in de Duitse hereniging.
- Val van de Berlijnse Muur
- Muur viel op 9 november 1989.
- Hereniging Duitsland
- DDR en BRD werden één land op 3 oktober 1990.
- Einde Koude Oorlog
- De Koude Oorlog eindigde in 1991, waardoor Duitsland een stabiele positie in Europa kreeg.
- Europese integratie
- Duitsland speelde vanaf 1990 een leidende rol in de verdieping van de Europese Unie.
- Schuldvraag
- Discussie vanaf 1919 over de vraag of Duitsland alleen verantwoordelijk was voor WO I.
- Appeasement
- Westerse politiek in de jaren 1930 om oorlog te voorkomen door Hitler tegemoet te komen.
- Totalitarisme
- Regeringsvorm waarin de staat vanaf 1933 het hele leven van burgers controleert.
- IJzeren Gordijn
- Scheiding tussen Oost- en West-Europa vanaf 1945 tot 1989.
- Trumanleer
- Amerikaanse politiek van containments vanaf 1947, met gevolgen voor Duitsland.
- Marshallplan
- Amerikaans hulpprogramma in 1948 waarmee de BRD werd opgebouwd.
- Warschaupact
- Oost-Europees militair bondgenootschap opgericht in 1955, met de DDR als lid.
- Glasnost en perestrojka
- Hervormingen van Gorbatsjov vanaf 1985 die de val van het Oostblok versnelden.