Unit 5.8 ALL IN A DAY'S WORK
Woorden in deze lijst (55)
Origineel
- applicant
- sollicitant
- apply
- solliciteren
- at a loss/
at sea - niet kunnen uitleggen /
op zee - be snowed under
- ondergesneeuwd raken
- by accident/
by chance - per ongeluk /
toevallig - by means of
- door middel van
- by virtue of
- krachtens /
op basis van - compete
- concurreren
- competitor
- concurrent
- cover the expenses
- de kosten dekken
- employ
- in dienst nemen
- employment
- werk
- entrepreneur
- ondernemer
- found a charity/
a business/ a company - een goed doel /
onderneming / bedrijf oprichten - fresh out of (university)
- vers van (de universiteit)
- gain feedback/
recognition/ insight into sth - feedback krijgen op /
erkenning krijgen voor / inzicht krijgen in iets - get a financial incentive
- een financiële prikkel krijgen
- get one’s foot in the door
- je voet tussen de deur krijgen
- hit the ground running
- een vliegende start maken
- in vain/
to no avail - tevergeefs /
tevergeefs - intern (n)
- stagiair (n)
- interview (n)
- gesprek (n)
- interview sb (v)
- iemand interviewen (v)
- interviewee
- geïnterviewde
- jump-start one’s career
- je carrière een vliegende start geven
- keep tabs on sb/
sth - iets /
iemand in de gaten houden - make a profit/
loss - winst /
verlies maken - make ends meet
- rondkomen
- make up for/
compensate for sth - iets goedmaken /
compenseren voor iets - manage
- managen /
leiden - management
- management /
(bedrijfs)leiding - manager
- manager
- multinational
- multinationaal
- order sb around
- iemand rondcommanderen
- press on
- doorzetten
- promotion
- promotie
- put on a brave face
- eens stoer gezicht trekken
- recruit
- rekruut
- recruitment
- werving /
recruitment - resourceful
- vindingrijk
- run a business
- een bedrijf runnen
- sack
- ontslaan
- see a return
- resultaat zien
- self-assurance
- zelfverzekerdheid
- slave away
- zwoegen
- stand (little) chance of sth
- een (kleine) kans maken op iets
- stand up for oneself/
sb - voor jezelf /
iemand opkomen - start-up
- start-up
- sustain financial losses
- financiële verliezen lijden
- take sb on
- iemand aannemen
- to some extent/
a certain degree - tot op zekere hoogte /
in zekere mate - train
- trainen /
opleiden - training
- opleiding /
training - willing
- bereid(willig)
- work for a pittance/
for peanuts - werken voor een schijntje