Unit 4 - Lesson 4 - Reading - ENG/NL
Woorden in deze lijst (19)
Origineel
- amount
- hoeveelheid; bedrag
- bank account
- bankrekening
- bank machine (UK)
- geldautomaat
- ATM (US)
- geldautomaat
- banknote (UK)
- bankbiljet
- bill
- bankbiljet
- to borrow
- lenen (van)
- (to be) broke
- blut
- debit card
- bankpas
- coin
- munt
- dime (US)
- dubbeltje
- discount
- korting
- to lend
- uitlenen
- nickel (US)
- munt van vijf cent
- to pay back
- terugbetalen
- piggy bank
- spaarvarken
- receipt
- kassabon
- to sell
- verkopen
- to withdraw
- opnemen (geld)