Lesson 4 English/Dutch
Woorden in deze lijst (17)
Origineel
- aptitude
- geschiktheid
- capability
- capaciteit
- curriculum
- lesplan/
leerstof - decorative
- fraai/
versierend - demystify
- ophelderen
- derive
- ontlenen aan
- engaging
- onderhoudend/
innemend - foreseeable
- nabije
- inclination
- neiging/
behoefte - issue
- probleem
- kit
- hier:(bouw)pakket
- obtainable
- verkrijgbaar
- perceive
- waarnemen
- resource
- hulpbron
- taken off
- snel populair worden
- temporary
- tijdelijk
- verify
- controleren