Na klar! 4 VWO/GYM - Wege des Zusammenlebens - Lektion 3 Sprich mal - Redemittel

Na klar! 4 VWO/GYM - Wege des Zusammenlebens - Lektion 3 Sprich mal - Redemittel

Woorden in deze lijst (16)

Wat vind je ervan als we nieuw meubilaire kopen?
Was hältst du davon, wenn wir uns neue Möbel kaufen?
Wat vind je ervan als ik snel het huis uit ga?
Was hältst du davon, wenn ich bald aus dem Haus ausziehe?
Wat vind je ervan als we in de buurt van een park gaan wonen?
Was hältst du davon, wenn wir in der Nähe eines Parks wohnen werden?
Dat vind ik een goed idee, want de bank is vuil en versleten.
Das finde ich eine gute Idee, denn das Sofa ist schmutzig und verschlissen.
Dat vind ik een goed idee, want je bent al 21 jaar.
Das finde ich eine gute Idee, denn du bist schon 21 Jahre alt.
Dat vind ik een slecht idee, omdat het huis al modern ingericht is.
Das halte ich für eine blöde Idee, weil die Wohnung schon modern ausgestattet ist.
Dat vind ik een slecht idee, omdat de kosten (huur, gas, stroom, water) te hoog zijn.
Das halte ich für eine blöde Idee, weil die Kosten (Miete, Gas, Strom, Wasser) zu hoch sind.
Dat vind ik een slecht idee, omdat het appartement slechts 30 m² groot is.
Das halte ich für eine blöde Idee, weil die Wohnung nur 30 m² groß ist.
Begrijp je me als ik zeg dat ik veel waarde aan een badkamer hecht?
Verstehst du mich, wenn ich sage, dass ich viel Wert auf ein Badezimmer lege?
Ja, helemaal duidelijk.
Ja, ganz klar.
Ik begrijp wat je bedoelt.
Ich verstehe, was du meinst.
Ik wil deze ruimte nieuw inrichten.
Ich möchte diesen Raum neu ausstatten.
Waar woon je graag?
Wo wohnst du gerne?
Ik woon graag in een twee-onder-een-kapwoning/een eengezinswoning of een rijtjeshuis/een flat.
Ich wohne gern in einer Doppelhaushälfte/einem Einfamilienhaus/einem Reihenhaus/einem Hochhaus.
Openbaar vervoer is niet ver weg.
Öffentliche Verkehrsmittel sind nicht weit entfernt.
Hij woont op de derde verdieping. Er is geen lift.
Er wohnt im dritten Stock. Es gibt keinen Aufzug.
Hoi Gast!