3.4 Verkiezingen

3.4 Verkiezingen

Julika
3

Woorden in deze lijst (13)

actief kiesrecht
Nederlandse staatsbrugers van 18 jaar of ouder het recht om bij verkiezingen hun stem uit te brengen
passief kiesrecht
het recht op je verkiesbaar te stellen
evenredige vertegenwoordiging
alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over het beschikbare aantal zetels
kiesdeler
de hoeveelheid stemmen die nodig is voor 1 zetel
kiesdrempel
een partij moet dan een minimumpercentage stemmen halen om mee te kunnen deken in zetels
districten- of meerderheidsstelsel
wie de meeste stemmen in een gebied haalt, wint: kleine partijen hebben het moeilijk.
mediacratie
grote invloed van de media op politieke situatie
informatie
Na de verkiezingen kijkt men welke partijen samen een meerderheid kunnen vormen
formatie
De fase na de informateurfase, waarin partijen echt gaan overleggen over het samenstellen van een regering.
oppositie
zijn de partijen die geen deel uitmaken van van de coalitie
coalitie
een combinatie van verschillende partijen die samenwerken op een bestuurlijk niveau
regeerakkoord
hoofdlijn van het beleid dat het kabinet de komende jaren wil gaan voeren
demissionair kabinet
afgetreden kabinet dat alleen nog lopende zaken regelt tot een nieuw kabinet is gevormd.