ZugSpitze - HAVO(V) - Textarbeitsbuch 4 - Schritt 31 - Redemittel

Woorden in deze lijst (6)

Origineel

Mijn spreekbeurt gaat over Ali B./over een voetballer.: Mein Vortrag handelt von Ali B./von einem Fußballspieler.
Ik heb dit onderwerp gekozen, omdat het mijn hobby is/hij mijn idool is.: Ich habe dieses Thema gewählt, weil es mein Hobby ist. / er mein Idol ist.
Hij heeft bruine/blauwe/groene ogen en donkere/lichte haren.: Er hat braune/blaue/grüne Augen und dunkle/helle Haare.
Hij is niet erg klein/groot en draagt een bril/een broek/een trui/een vest.: Er ist nicht sehr klein/groß und trägt eine Brille/eine Hose/einen Pullover/eine Weste.
Hij werd in 1981 in Nederland geboren.: Er wurde 1981/im Jahre 1981 in den Niederlanden geboren.
Hij is op zestien oktober jarig.: Er hat am sechzehnten Oktober Geburtstag.