1.1 Rivieren: de natuur
Woorden in deze lijst (16)
Origineel
- benedenloop
- het laatste deel van de rivier, tot de monding
- bovenloop
- het bovenste gedeelte van de rivier, vanaf de bron
- debiet
- de hoeveelheid rivierwater die een bepaald punt passeert, uitgedrukt in kubieke meter per seconde
- gletsjer
- groot ijspakket in de bergen, dat ontstaat door opeenhoping van sneeuw
- klimaatverandering
- de verandering van het klimaat over een langere tijd
- lengteprofiel
- de doorsnede van een rivier vanaf de bron tot de monding, bestaande uit boven-, midden- en benedenloop
- middenloop
- het middelste gedeelte van de rivier dat zich tussen de bovenloop en benedenloop bevindt
- neerslagregiem
- de verdeling van de hoeveelheid neerslag over een bepaalde periode
- piekafvoer
- hoge afvoer van de rivier op een bepaald moment
- regiem
- de schommelingen in de hoeveelheid water die een rivier per jaar afvoert
- stroomgebied
- gebied waarbinnen al het regen- en smeltwater via een hoofdrivier naar zee stroomt
- stroomstelsel
- een rivier met al zijn zijrivieren
- verhang
- het verval per kilometer, uitgerekend door het hoogteverschil tussen twee plaatsen van de rivier te delen door de afstand in kilometers tussen die twee plaatsen
- verval
- het hoogteverschil tussen twee punten langs de rivier
- waterafvoer
- de hoeveelheid water die langs een bepaald punt stroomt, uitgedrukt in kubieke meters per seconde
- waterscheiding
- de grens tussen twee stroomgebieden