Na klar! - 4 HAVO - Kapitel 6 Unterwegs - Sprich mal! - Redemittel

Na klar! - 4 HAVO - Kapitel 6 Unterwegs - Sprich mal! - Redemittel

Woorden in deze lijst (36)

Wat vind je ervan?
Was hältst du davon?
Ik ben het helemaal met je eens.
Ich bin ganz deiner Meinung.
Ben je het ermee eens?
Bist du damit einverstanden?
Sorry dat ik je onderbreek.
Entschuldige, dass ich dich unterbreche.
Waarheen wil je op vakantie gaan?
Wohin möchtest du in Urlaub fahren?
Ik beloof je dat ik alles organiseer.
Ich verspreche dir, dass ich alles organisiere.
We zullen wel een oplossing vinden.
Wir werden schon eine Lösung finden.
Rustig maar!
Nur mit der Ruhe!/Mach keinen Stress!
Je kunt op mij vertrouwen.
Du kannst dich auf mich verlassen!
Maak je geen zorgen, dit probleem los ik op.
Mach dir keine Sorgen, dieses Problem löse ich.
Afgesproken! Het is allemaal niet zo erg.
Abgemacht! Das ist alles halb so schlimm.
Wees niet bang, dat lukt ons wel.
Nur keine Angst, wir kriegen das schon hin.
Wat is er toch aan de hand?
Was ist denn los?
We vliegen een dag later dan gepland.
Wir fliegen einen Tag später als geplant.
Ik zou nog graag een dag langer willen blijven.
Ich möchte noch einen Tag länger bleiben.
We rijden met de fiets naar het stadhuis.
Wir fahren mit dem Fahrrad zum Rathaus.
Ik ga in augustus op vakantie.
Ich fahre im August in Urlaub.
Ik heb van 10 juli tot en met 23 augustus vakantie.
Ich habe vom 10. Juli bis zum 23. August Ferien.
Wij hadden logies met ontbijt.
Wir hatten eine Übernachtung mit Frühstück.
Waarheen wil je vliegen?
Wohin willst du fliegen?
Zullen we gaan raften of klimmen?
Wollen wir raften oder klettern gehen?
Wat doe je in de vakantie het liefst?
Was machst du in den Ferien am liebsten?
Waar kunnen we overnachten?
Wo könnten wir übernachten?
Zou u mij alstublieft kunnen terugbellen?
Könnten Sie mich bitte zurückrufen?
De zee is heel dichtbij.
Das Meer ist ganz in der Nähe.
Ik zou graag willen uitrusten en luieren.
Ich möchte relaxen und faulenzen.
Zou je graag de hele dag in de zon willen liggen?
Möchtest du den ganzen Tag in der Sonne liegen?
Waarom heb je geen zin in surfen, zwemmen en zeilen?
Warum hast du keinen Bock auf surfen, schwimmen und segeln?
Waarom vliegen we niet naar Turkije of Griekenland?
Warum fliegen wir nicht in die Türkei oder Griechenland?
Wil je naar zee gaan?
Willst du ans Meer fahren?
Ik zou het liefst bezienswaardigheden bezoeken.
Ich möchte am liebsten Sehenswürdigkeiten besichtigen.
Iemand heeft mijn mobieltje en mijn horloge gestolen.
Jemand hat mein Handy und meine Uhr gestohlen.
Ik wil een klacht over de kamer indienen.
Ich möchte mich über das Zimmer beschweren.
De toiletten zijn vies.
Die Toiletten sind schmutzig.
De mensen naast ons vierden een feestje.
Die Leute neben uns feierten eine Party.
Is er gratis internet op de kamer?
Gibt es gratis Internet im Zimmer?
Hoi Gast!