Hoofdstuk 24.Vokabeln - VWO deel 3 - Schritt 24

Hoofdstuk 24.Vokabeln - VWO deel 3 - Schritt 24

Goos
0

Woorden in deze lijst (56)

maar
aber
dus
also
veranderen
ändern
zich aankleden
sich anziehen
Ik heb me aangekleed.
Ich habe mich angezogen.
de mouw
der Ärmel
de mouwen
die Ärmel
eruitzien
aussehen
Je ziet er goed uit.
Du siehst gut aus.
bijna
fast, beinahe
de vrouw
die Frau
de vrouwen
die Frauen
mevrouw Schulze
Frau Schulze
bevallen
gefallen
Het bevalt me goed.
Es gefällt mir gut.
Het is me niet bevallen.
Es hat mir nicht gefallen.
het overhemd
das Hemd
de overhemden
die Hemden
de heer
der Herr
de heren
die Herren
meneer Schmidt
Herr Schmidt
de broek
die Hose
de jas
die Jacke
de spijkerbroek
die Jeans
iemand
jemand
de jurk
das Kleid
de kleren, de jurken
die Kleider
de kleren
die Kleidung
de lievelingskleur
die Lieblingsfarbe
de man
der Mann
de mannen
die Männer
de muts
die Mütze
de trui
der Pullover
de truien
die Pullover
de rok
der Rock
de schoen
der Schuh
de schoenen
die Schuhe
de laars
der Stiefel
de laarzen
die Stiefel
dragen
tragen
Hij draagt een petje.
Er trägt eine Kappe.
het T-shirt
das T-Shirt
de T-shirts
die T-Shirts
verliefd worden op
sich verlieben in
prachtig
wunderbar
blauw
blau
bruin
braun
geel
gelb
grijs
grau
groen
grün
oranje
orange
paars
lila
rood
rot
roze
rosa
wit
weiß
zwart
schwarz
Hoi Gast!