Chapter 2 TIME FOR SCHOOL - Stones - 6 Talking about likes and dislikes
Woorden in deze lijst (10)
Origineel
- What do you like about school?
- Wat vind je leuk aan school?
- What is your favourite subject?
- Wat is je favoriete schoolvak?
- Why is maths your favourite/least favourite subject?
- Waarom is wiskunde je favoriete/minst favoriete schoolvak?
- I’m fond of French because it sounds cool.
- Ik ben dol op Frans, omdat het cool klinkt.
- I love going to school because I get to see my friends there every day.
- Ik ga heel graag naar school, want daar zie ik mijn vrienden elke dag.
- I (don’t) enjoy/like maths.
- Ik vind wiskunde (niet) leuk.
- After school I always go skating with my best friend.
- Na school ga ik altijd skeeleren met mijn beste vriendin.
- When I have time I visit my grandparents.
- Wanneer ik tijd heb, ga ik op bezoek bij mijn grootouders.
- I love practising with my band during the weekend.
- Ik houd ervan om met mijn band te oefenen in het weekend.
- I enjoy taking care of my pet in my spare time.
- Ik vind het leuk om voor mijn huisdier te zorgen in mijn vrije tijd.
