Neue Kontakte - 5 VWO - Teil 2 - Lernliste - I Wortschatz und sprechen

Woorden in deze lijst (56)

Origineel

het CV (curriculum vitae): der Lebenslauf (-e)
de medewerker: der Mitarbeiter (-)
de opleidingsplaats: der Ausbildungsplatz (-e)
de stagiair: der Praktikant (-en)
de technicus: der Techniker (-)
de vakantiebaan: der Ferienjob (-s)
de advertentie: die Anzeige (-n)
de afwisseling: die Abwechslung
de baan: die Stelle (-n)
het cijfer: die Note (-n)
de ervaring: die Erfahrung (-en)
de ondersteuning: die Unterstützung
de sollicitatie: die Bewerbung (-en)
de uitdaging: die Herausforderung (-en)
de vaardigheid: die Fähigkeit (-en)
de vacature: die Stellenanzeige (-n)
de voorwaarde: die Voraussetzung (-en)
de werktijd: die Arbeitszeit (-en)
het bedrijf/de onderneming: das Unternehmen (-)
het doel: das Ziel (-e)
het salaris: das Gehalt (-er)
het voorbeeld: das Beispiel (-e)
de documenten: die Unterlagen
de gegevens: die Daten
de kennis: die Kenntnisse
communiceren: kommunizieren
downloaden: herunterladen/heruntergeladen
duren: dauern
geïnteresseerd zijn in: Interesse haben an
halen/met goed gevolg: bestehen/bestanden
afleggen: leichtfallen/leichtgefallen
makkelijk afgaan: schwerfallen/schwergefallen
moeilijk afgaan/niet meevallen: entwickeln
ontwikkelen: herstellen
produceren: sich bewerben um/beworben
solliciteren: tätig sein
werkzaam zijn: zuverlässig
betrouwbaar: teamfähig
in staat om in een team te werken: niedrig
laag: neugierig
nieuwsgierig: kontaktfreudig
op contact met anderen gesteld: tolerant
tolerant: verantwortungsbewusst
verantwoordelijk: selbstständig
zelfstandig: Teilzeit
deeltijd: zunächst
eerst/aanvankelijk: hoch
hoog: gleich
meteen: unter anderem
onder andere: auf diese Weise
op deze manier: auf diesem Gebiet
op dit gebied: erst
pas: im Voraus
van tevoren/bij voorbaat: laut
volgens: nach Vereinbarung
volgens afspraak: Vollzeit