duits nederlands
12keer geoefend
Woorden in deze lijst (58)
Origineel
- die Seilbahn
- de kabelbaan
- die Art
- de soort
- gleich
- meteen
- etwa
- ongeveer
- großartig
- geweldig
- die Welle
- de golf
- schade
- jammer
- geeignet
- geschikt
- fast
- bijna
- der Alltag
- het leven van alledag
- manche
- sommigen
- das Abenteuer
- het avontuur
- das Gepäck
- de bagage
- über
- meer dan
- anstrengend
- vermoeiend
- seltsam
- raar
- pro
- per
- ein bisschen
- een beetje
- der Rückweg
- de terugweg
- die Schlange
- de rij
- ganz
- heel/
helemaal - manchmal
- soms
- doof
- stom
- die Verspätung
- de vertraging
- bequem
- gemakkelijk/
comfortabel - heutzutage
- tegenwoordig
- der Gipfel
- de bergtop
- sich lohnen
- de moeite waard zijn
- führen
- leiden
- die Lage
- de ligging
- der Schritt
- de stap
- der Versuch
- de poging
- sich gewöhnen an
- wennen aan
- die Muskeln
- de spieren
- die Herausforderung
- de uitdaging
- gelingen
- lukken
- irgendwann
- ooit
- locker
- los
- der Auftritt
- het optreden
- das Herz
- het hart
- zittern
- trillen
- gegenseitig
- elkaar
- der Fehler
- de fout
- aufgeregt
- opgewonden
- etwas überwinden
- overwinnen
- die Laune
- het humeur
- ebenfalls
- eveneens
- der Muskel
- de spier
- das Gehirn
- de hersenen
- sich anstecken
- aangestoken worden
- verhindern
- voorkomen
- die Erfindung
- de uitvinding
- die Forschung
- het onderzoek
- der Erfolg
- het succes
- nicht nur ... sondern auch
- niet alleen ... maar ook
- das Gerät
- het toestel
- empfehlen
- aanbevelen
- der Fortschritt
- de vooruitgang