H1 Markt: Vraag en Aanbod

0keer geoefend
Woorden in deze lijst (25)
Origineel
- Markt
- Het geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product
- Vraag
- De hoeveelheid producten die de klanten willen kopen
- Aanbod
- De hoeveelheid producten die de verkopers willen verkopen
- Concrete markt
- Markt met een zichtbare en vaste ontmoetingsplaats van vragers en aanbieders
- abstracte markt
- Markt zonder een zichtbare en vaste ontmoetingsplaats waar vragers en aanbieders elkaar ontmoeten
- betalingsbereidheid
- Het maximale bedrag dat een kopen wil betalen voor een product
- afzet
- Het aantal verkochte producten
- omzet
- De totale geldopbrengst van verkopen
- Individuele vraaglijn
- Lijn die het verband aangeeft tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid van een product van een individuele koper
- Collectieve vraaglijn
- Lijn die het verband aangeeft tussen de prijs en gevraagde de hoeveelheid van een product van de gezamenlijke kopers
- Vraagfunctie
- Functie die het verband weergeeft tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid
- Inkomenselasticiteit van de vraag
- De mate waarin een relatieve inkomensverandering zorgt voor een relatieve verandering in de gevraagde hoeveelheid.
- noodzakelijke goederen
- Goederen waarvan de vraag weinig verandert als het inkomen verandert.
- luxe goederen
- Goederen waarvan de vraag sterk verandert als het inkomen verandert.
- inferieure goederen
- Goederen waarvan de vraag daalt als het inkomen stijgt en omgekeerd.
- drempelinkomen
- Het inkomen dat je moet verdienen voordat je luxe artikelen gaat aanschaffen.
- elastische vraag
- De mate waarin een relatieve prijsverandering zorgt voor een relatieve verandering in de gevraagde hoeveelheid.
- inelastische vraag
- Een relatief sterke reactie van de gevraagde hoeveelheid op een prijsverandering. De waarde van de elasticiteit ligt lager dan –1.
- volkomen inelastische vraag
- De gevraagde hoeveelheid reageert niet op een prijsverandering. De waarde van de elasticiteit is 0.
- Prijselasticiteit van de vraag
- De mate waarin een relatieve prijsverandering zorgt voor een relatieve verandering in de gevraagde hoeveelheid.
- vraagfactoren
- Factoren die de vraag bepalen: prijs/inkomen van consumenten/prijs van andere goederen/voorkeuren van consumenten/aantal consumenten.
- substitutiegoederen
- Goederen die eenvoudig te vervangen zijn door vergelijkbare goederen.
- complementaire goederen
- Goederen die elkaar aanvullen of niet zonder elkaar gebruikt kunnen worden.
- verschuiving op of langs de vraaglijn
- Verandering op de vraaglijn die wordt veroorzaakt door prijsverandering van het betreffende goed.
- verschuiving van de hele vraaglijn
- Verandering van de vraaglijn die wordt veroorzaakt door overige vraagfactoren (behalve prijs van het betreffende goed).