Neue Kontakte - 5 VWO - Teil 4 - Lernliste - D Wortschatz und sprechen

Woorden in deze lijst (51)

Origineel

het advies: der Rat
de hooikoorts: der Heuschnupfen
de spierpijn: der Muskelkater
de stress: der Stress
de allergie: die Allergie (-n)
het effect/de werking: die Wirkung
de gewoonte: die Gewohnheit (-en)
de griep: die Grippe
de inenting/vaccinatie: die Impfung (-en)
de injectie: die Spritze (-n)
de ontspanning: die Entspannung
de operatie: die Operation (-en)
het uithoudingsvermogen: die Ausdauer
de verkoudheid: die Erkältung (-en)
de voeding: die Ernährung
de wond: die Wunde (-n)
de koorts: das Fieber
het medicijn: das Medikament (-e)
de pijnstiller: das Schmerzmittel (-)
de vitamines: die Vitamine
aansteken: anstecken
blij zijn: sich freuen
een goed humeur hebben: gute Laune haben
een advies opvolgen: einen Rat befolgen
gaan liggen: sich hinlegen
het koud hebben: frieren/gefroren
hoesten: husten
iets breken: sich etwas brechen/gebrochen
inenten/vaccineren: impfen
innemen: einnehmen/eingenommen
opereren: operieren
schaden: schaden
spijten: leidtun
toevoegen: hinzufügen
uitrusten: sich ausruhen
verduidelijken: verdeutlichen
vertegenwoordigen: vertreten/vertreten
voorkomen: vorbeugen
voorschrijven: verschreiben/verschrieben
werken/effect hebben: wirken
zetten/gaan zitten: sich setzen
zich afvragen: sich fragen
zich goed voelen: sich wohlfühlen
zich ontspannen: sich erholen
zich voeden: sich ernähren
zweten: schwitzen
effectief: wirksam
evenwichtig/uitgebalanceerd: ausgewogen
gevaarlijk: gefährlich
pijnlijk: schmerzhaft
verkouden: erkältet