Apprendre 5
127
Woorden in deze lijst (24)
Origineel
- le garçon
- de jongen
- la fille
- het meisje
- le collège
- de middelbare school
- la classe
- de klas
- l'ami (m)
- de vriend
- l’amie (f)
- de vriendin
- l'hôtel (m)
- het hotel
- l'adresse (f)
- het adres
- les garçons
- de jongens
- les filles
- de meisjes
- les arbres
- de bomen
- les hôtels
- de hotels
- un garçon
- een jongen
- un collège
- een middelbare school
- un hôtel
- een hotel
- une fille
- een meisje
- une classe
- een klas
- une adresse
- een adres
- des amis
- vrienden
- des filles
- meisjes
- Le camping est joli. Il est joli.
- De camping is mooi. Hij is mooi.
- Les campings sont jolis. Ils sont jolis.
- De campings zijn mooi. Ze zijn mooi.
- La chambre est jolie. Elle est jolie.
- De slaapkamer is mooi. Hij is mooi.
- Les chambres sont jolies. Elles sont jolies.
- De slaapkamers zijn mooi. Ze zijn mooi.