ZugSpitze - VMBO-BK - Textarbeitsbuch Abschluss - Kapitel 4 - Vokabeln
Woorden in deze lijst (30)
Origineel
- de dokter
- der Arzt
- naar de dokter gaan
- zum Arzt gehen
- naar de apotheek gaan
- zur Apotheke gehen
- gerustgesteld
- beruhigt
- ongerust
- besorgt
- bloeden
- bluten
- nodig hebben
- brauchen
- de diarree
- der Durchfall
- de ontsteking
- die Entzündung
- verkouden
- erkältet
- opgelucht
- erleichtert
- de koorts
- das Fieber
- beter worden (na ziekte)
- gesund werden
- de griep
- die Grippe
- ziek
- krank
- naar het ziekenhuis gaan
- ins Krankenhaus gehen
- geopereerd worden
- operiert werden
- de patiënt
- der Patient
- de rust
- die Ruhe
- de pijn
- die Schmerzen
- het spuitje
- die Spritze
- een afspraak maken
- einen Termin vereinbaren
- verdrietig
- traurig
- vervelend
- unangenehm
- onderzoeken
- untersuchen
- gewond/geblesseerd
- verletzt
- de verwonding/de blessure
- die Verletzung
- de wond
- die Wunde
- pijn doen
- wehtun
- de tandarts
- der Zahnarzt