Chapitre 6 - Vocabulaire A, B, E & F

Chapitre 6 - Vocabulaire A, B, E & F

Sem
5

Woorden in deze lijst (78)

j'en ai assez
ik heb er genoeg van
assieds-toi
ga zitten
arriver en retard
te laat komen
avoir le temps
tijd hebben
jusqu'à
tot
fatigué
moe
je me lève
ik sta op
je m'habille
ik kleed me aan
je pars
ik vertrek
je prends le bus
ik neem de bus
je rentre
ik ga naar huis
je me couche
ik ga naar bed
à une heure
om één uur
midi
twaalf uur 's middags
minuit
twaalf uur 's nachts
deux heures moins le quart
kwart voor twee
la note
het cijfer
la récré
de pauze
l'or
het goud
les cheveux
het haar
l'eau
het water
la pluie
de regen
la vitesse
de snelheid
la porte
de deur
quelques
enkele
moyenne
gemiddeld
poser une question
een vraag stellen
tomber
vallen
revenir
terugkomen
perdre
verliezen
finir
eindigen
l'émission
de uitzending
la célébrité
de beroemdheid
le pied
de voet
la voix
de stem
l'adulte
de volwassene
la dispute
de ruzie
la confiance
het vertrouwen
le mot
het woord
le/la même
hetzelfde, dezelfde
sous
onder
comme
zoals, als
après
na
ce soir
vanavond
bonsoir
goedenavond
bonne chance!
succes!
couramment
vloeiend
penser
denken
avoir l'habitude de
gewend zijn om
je comprends
ik begrijp (het)
je sais
ik weet (het)
peut-être
misschien
sûr
zeker
énervant
irritant
marrant
grappig
différent
verschillend
dingue
gek
mignon, migonenne
schattig
courageux, -euse
moedig
paresseux, -euse
lui
plus petit que
kleiner dan
le bac
het eindexamen
le monde
de wereld
le travail
het werk
pourtant
toch, echter
avant
voor
chaque
elke
à cause de
vanwege
quand
toen
il était
hij was
refuser
weigeren
quitter
verlaten
arrêter
stoppen
plusieurs
meerdere
entre
tussen
ensemble
samen
tous les jours
elke dag
en plus
bovendien
Hoi Gast!