Unit 4 - Lesson 5 - Writing - NL/ENG

Unit 4 - Lesson 5 - Writing - NL/ENG

Woorden in deze lijst (21)

afspreken
to meet up/to meet
barbecue
barbecue
bowlen
bowling
genieten
to enjoy oneself/to enjoy
kermis (UK)
funfair
kermis (US)
carnival
logeerpartij
sleepover
picknick
picnic
plannen hebben
to have plans
plezier
fun
pretpark
amusement park
restaurant
restaurant
strand
beach
thuisblijven
to stay in
tijd doorbrengen met
to hang out with
uitgaan met / daten
to go out with
Ik zie je zaterdag om vijf uur.
I’ll see you at 5 p.m. on Saturday.
Zoals gepland haal ik je om vijf uur op.
As planned, I’m going to pick you up at 5 p.m.
Sorry, ik ga het niet redden.
I’m sorry, I won’t be able to make it.
Ik ben bang dat ik onze afspraak moet afzeggen.
I’m afraid I’ll have to cancel our plans.
Laten we een andere keer iets anders doen.
Let’s do something else some other time.
Hoi Gast!