ZugSpitze - 5/6 VWO - Gespräche führen - Welche Brille trägst du? - Vokabelliste 1
Woorden in deze lijst (50)
Origineel
- de actualiteit
- die Aktualität
- aankondigen
- ansagen/ankündigen
- de verslaggeving
- die Berichterstattung
- begeleiden
- betreuen
- in beeld komen
- ins Bild kommen
- de bescherming van (persoons)gegevens
- der Datenschutz
- het datalek
- die Datenschutzverletzung
- de kijkcijfers
- die Einschaltquoten
- afzonderlijk/individueel
- einzeln
- het ooggetuigenverslag
- der Erfahrungsbericht
- opvoeden
- erziehen (erzog – erzogen)
- zich tegen nepnieuws beschermen
- sich gegen Fake News wehren
- nepnieuws
- die Falschmeldungen
- de afstandsbediening
- die Fernbedienung
- tv-kijken
- fernsehen/Fernsehen schauen/gucken
- de televisie/op de tv
- der Fernseher/im Fernsehen
- de tv-uitzending
- die Fernsehsendung
- telkens
- immer/jedes Mal
- het informatietijdperk
- der Journalist/die Journalisten
- de journalist
- der Journalist/die Journalisten
- de leugen
- die Lüge
- liegen
- lügen
- (on)betrouwbare media
- (un)zuverlässige Medien
- het mediagebruik
- die Mediennutzung
- de presentator/de presentatoren
- der Moderator/die Moderatoren
- nieuws uit het buitenland
- Nachrichten aus dem Ausland
- Het nieuws deed snel de ronde.
- Die Nachricht hat sich schnell herumgesprochen.
- de nieuwslezer
- der Nachrichtensprecher
- op internet onderzoek doen
- im Internet recherchieren
- publiek/openbaar
- öffentlich
- de publiciteit
- die Öffentlichkeit
- een podcast luisteren
- einen Podcast hören
- politiek en maatschappelijk ontwikkeld zijn
- politisch und gesellschaftlich entwickelt sein
- (Nederland) 1/2/3
- das Erste/Zweite/Dritte Programm
- op (Nederland) 1
- im Ersten Programm
- op de radio
- im Radio/im Rundfunk
- de omroep
- die (Rundfunk – und) Fernsehanstalt/Fernsehanstalten
- de (kranten)kop
- die Schlagzeile
- de soap
- die Seifenoper/die Seifenopern
- naar een programma kijken
- sich eine Sendung ansehen/anschauen
- het journaal
- die Tagesschau
- de talkshow
- die Talkshow/die Talkshows
- uitzenden
- übertragen/ausstrahlen
- verbonden zijn
- vernetzt sein
- publiceren/openbaar maken
- veröffentlichen
- communiceren met
- sich verständigen/kommunizieren mit
- het begrip
- das Verständnis
- de website
- die Webseite/die Website
- de grap
- der Witz
- samenvatten
- zusammenfassen
