3.5 Regering en parlement

3
Woorden in deze lijst (16)
Origineel
- kabinet
- ministers en staatssecretarissen
- regering
- koning en ministers
- minister
- een minister bestuurt een bepaald deel van het land, zoals onderwijs of zorg, en legt verantwoording af aan het parlement.
- premier
- minister-president, de voorzitter van de minsterraad
- staatssecretaris
- een staatssecretaris helpt een minister en regelt een deel van zijn/
haar taken. - ministeriële verantwoording
- een minister moet uitleggen en verantwoordelijkheid nemen voor alles wat op zijn ministerie gebeurt.
- stemrecht
- de tweede kamer kan wetsvoorstellen aannemen en verwerpen. Meer dan de helft van Kamerleden voorstemt wordt het voorstel aangenomen
- Recht van amendement
- de tweede kamer kan wetsvoorstelllen wijzigen. Kamermeerderheid een amendement aanneemt moet het voorstel gewijzigd worden.
- Recht van initiatief
- tweede kamer kan zelf wetsvoorstellen indienen
- Budgetrecht
- de plannen van de regering moeten jaarlijks financieel verantwoord worden in de begroting van de ministers. Tweede kamer heeft recht op begroting goed te keuren, te verwerpen of te wijzigen
- Recht van motie
- een verzoek van de tweede kamer aan de minister om iets niet te doen of juist wel te doen. een kabinet is niet verplicht om een aangenomen motie uit te voeren
- Vragenrecht
- mogelijkheid om schriftelijk vragen te stellen aan de regering en elke dinsdag een wekelijks vragenuurtje. Bewindslieden komen naar de kamer om mondelinge vragen te beantwoorden
- Recht van interpellatie
- kamerleden mogen een debat aanvragen met een minister of staatssecretaris over een actuele kwestie. minimaal 30 kamerleden moeten steun hebben, debat maakt inbreuk op vastgestelde agenda
- recht van onderzoek en enquête
- tweede kamer kan zelf een onderzoek instellen naar de rol van regering en overheid bij kwesties van groot maatschappelijk belang. Enquêtecommissie van Kamerleden mag ministers, hoge ambtenaren en andere betrokkenen als getuige oproepen en onder ede verhoren.
- poldermodel
- de Nederlandse manier van beslissen: overleggen en samenwerken om een compromis te vinden, zodat iedereen een beetje tevreden is.
- dualisme
- tussen de regering en parlement een duidelijk taakverdeling is die voortvloeit uit het principe van trias politica