Frans - LIBRE SERVICE 4e - 4 HAVO - Chapitre 4 - PARLER
Woorden in deze lijst (32)
Origineel
- pas question
- geen sprake van
- manquer
- missen
- expliquer
- uitleggen
- réciproque
- wederzijds
- rigolo
- grappig
- violent
- gewelddadig
- le rendez-vous
- de afspraak
- accompagner
- meegaan met
- compter
- ertoe doen/tellen
- avoir l'air
- lijken/eruitzien
- avoir raison
- gelijk hebben
- être d'accord
- het eens zijn
- se sentir bien
- zich goed voelen
- plutôt
- eerder/liever
- venir chercher
- ophalen
- se balader
- wandelen
- la bande-annonce
- de trailer
- au début
- in het begin
- avoir envie de
- zin hebben om
- appeler quelqu’un
- iemand bellen
- annuler un rendez-vous
- een afspraak afzeggen
- inviter
- uitnodigen
- remettre/déplacer un rendez-vous
- een afspraak verzetten
- proposer
- voorstellen
- Samuel vient d’arriver à la fête.
- Samuel is zojuist op het feest gekomen.
- Je n’ai plus trop envie d’aller à ce concert.
- Ik heb niet meer zo’n zin om naar dat concert te gaan.
- On se donne rendez-vous vendredi devant le cinéma?
- Spreken we vrijdag vóór de bioscoop af?
- Je passe te prendre chez toi dans dix minutes?
- Zal ik je over tien minuten ophalen?
- Tu me manques énormément.
- Je mist me ontzettend.
- Si on allait voir ce film romantique?
- Zullen we deze romantische film gaan kijken?
- Ton père peut venir me chercher à la gare?
- Kan je vader mij ophalen op het station?
- Éric ne veut plus jamais la voir.
- Éric wil haar nooit meer zien.