Na klar! 1 & 2 VMBO-BK - Lektion 3 Sprich mal - Redemittel
Woorden in deze lijst (8)
Origineel
- Wat eet je als ontbijt?
- Was isst du zum Frühstück?
- Als ontbijt eet ik yoghurt met muesli.
- Zum Frühstück esse ich Joghurt mit Müsli.
- Ik eet een broodje met hagelslag.
- Ich esse ein Brötchen mit Schokostreuseln.
- Vind je pindakaas lekker?
- Findest du Erdnussbutter lecker?
- Ja, ik vind pindakaas heel lekker.
- Ja, ich finde Erdnussbutter sehr lecker.
- Nee, ik eet nooit pindakaas.
- Nein, ich esse nie Erdnussbutter.
- Wat drink je 's ochtends?
- Was trinkst du morgens?
- 's Ochtends drink ik chocolademelk.
- Morgens trinke ich Kakao.
