ZugSpitze - 5 HAVO - Gespräche führen - Die Zukunft liegt vor dir - Redemittel

Woorden in deze lijst (10)

Origineel

Hoe zie jij je toekomst?: Wie stellst du dir deine Zukunft vor?
Ik voel me ongelukkig, omdat ...: Ich fühle mich unglücklich, weil ...
Wat wil je na het eindexamen gaan doen?: Was möchtest du nach der Abschlussprüfung machen?
Ik ga op het hbo bedrijfskunde studeren.: Ich werde an einer Fachhochschule Betriebswirtschaftslehre studieren.
Ik kan me voorstellen ooit naar het platteland/naar de stad te gaan verhuizen.: Ich kann mir vorstellen, irgendwann mal aufs Land/in die Stadt zu ziehen.
Ik ben het met je eens dat vrijwilligerswerk zinvol is.: Ich stimme dir zu, dass Freiwilligenarbeit sinnvoll ist.
Ik vrees dat ik nog lang bij mijn ouders zal wonen.: Ich befürchte, dass ich noch lange bei meinen Eltern wohnen werde.
Ik kan er niet tegen dat wonen steeds duurder wordt.: Ich kann es nicht ausstehen, dass Wohnen immer teurer wird.
Weet je al of je een gezin wilt gaan stichten?: Weißt du schon, ob du eine Familie gründen möchtest?
Het ergert me dat je niets geeft om de milieubescherming.: Es ärgert mich, dass dir der Umweltschutz egal ist.